Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
Installatieoptie van een binnenunit instellen (geschikt voor de conditie van elke installatielocatie)
1.
Controleer of er stroom is.
- Wanneer de binnenunit niet aangesloten is op het stopcontact, moet er een extra
stroomtoevoer voor de binnenunit zijn.
2.
Het paneel (scherm) moet aangesloten zijn op een binnenunit om een optie te
ontvangen.
3.
Stel de installatieoptie in volgens de installatieconditie van een airconditioner.
- De standaardinstelling van een installatieoptie van een binnenunit is
"020010-100000- 200000-300000".
- Individuele bediening met een afstandsbediening (SEG20) is de functie die een
binnenunit individueel bedient wanneer er meerdere binnenunits zijn.
4.
Stel de optie binnenunit in met behulp van de draadloze afstandsbediening.
Installatie-optie 02-serie
SEG1
SEG2
0
2
SEG7
SEG8
1
Afvoerpomp
SEG13
SEG14
2
Externe bediening
SEG19
SEG20
Individuele
3
bediening van een
afstandsbediening
1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS MODEL: Afvoerpomp (SEG8) zal ingesteld worden op 'GEBRUIK + 3 minuten vertraging' zelfs
wanneer de afvoerpomp ingesteld staat op 0.
1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS, DUCTMODEL: Aantal uren met filter (SEG18) zal ingesteld worden op '1000 uur' zelfs als de SEG18
ingesteld staat op behalve voor 2 of 6.
Wanneer de optie ingesteld wordt op andere waarden dan de hierboven staande SEG-waarden, zal de optie ingesteld wor-
den op "0".
De optie centrale bediening SEG5 staat ingesteld op (gebruiken) dus u hoeft de optie centrale bediening niet extra in te
stellen. Indien de centrale bediening niet is aangesloten, maar geen foutbericht weergeeft, dan moet u de optie centrale
bediening instellen op 9 (niet gebruiken) om de binnenunit uit te sluiten van de centrale bediening.
SEG3
kamertemperatuursensor
-
wanneer de thermostaat is
SEG9
Warm water verwarmer
SEG15
Uitvoer externe
bediening / Externe
verwarming Aan- of
Uit-signaal
SEG21
Compensatie
verwarmingsinstelling
/ Gecondenseerd
water verwijderen in
verwarmingsmodus
Nederlands-42
SEG4
Externe
/ Minimalisatie van
de ventilatoractiviteit
uitgeschakeld
SEG10
-
SEG16
S-Plasma Ion
(S-plasma-ion)
SEG22
EEV-stap van gestopte
unit tijdens oil return
(olieterugvoer)/defrost
(ontdooiing) modus
Binnenunit
1(L)
2(N)
SEG5
Centrale
bediening
ventilatorcompensatie
SEG11
EEV-stap
wanneer heating
(verwarming)
stopt
SEG17
Buzzer
Aantal uren met filter
SEG23
Bewegingssensor
F2
F1
SEG6
RPM
SEG12
-
SEG18
SEG24
-