7. Programmeren
27-18 Rotatietijd voor ongebruikte pompen
Range:
1,0 s
27-19 Reset actuele draaiuren
Option:
7
[0]
[1]
7.1.4. Bandbreedte-inst., 27-2*
Parameters voor het configureren van de regelrespons.
27-20 Normaal werkbereik
Range:
10%
32
Ster-driehoekstarters
*
[0,0-99,0 s]
*
Niet resetten
Reset
*
[1% - par. 27-21]
MI.38.C1.10 – VLT
Functie:
Rotatietijd niet-gebr. pompen
pompen moeten worden geroteerd. Als een pomp met vaste
snelheid in de afgelopen 72 uur niet actief is geweest, wordt hij
gedurende de ingestelde tijd ingeschakeld. Dit dient om te voor-
komen dat de pomp beschadigd raakt doordat hij te lang stil-
staat. De rotatiefunctie kan worden uitgeschakeld door de
waarde van deze parameter in te stellen op 0. Waarschuwing:
een te hoge waarde voor deze parameter kan in sommige sys-
temen overdruk veroorzaken.
Functie:
Reset actuele draaiuren
dient om alle tellers voor het actuele
aantal draaiuren terug te zetten naar nul. Deze tijd wordt ge-
bruikt voor het gelijkmatig verdelen van het aantal draaiuren.
Beschikbare opties:
Functie:
Normaal werkbereik
geeft de maximaal toegestane afwijking
ten opzichte van het instelpunt voordat een pomp mag worden
toegevoegd of verwijderd. Het systeem moet deze limiet over-
schrijden gedurende de tijd die is ingesteld in par. 27-23
Staging-vertr
Destaging-vertr
. of par. 27-24
Normaal werkbereik
deregelaar mag reageren.
sing bij een systeem dat met minstens één beschikbare pomp
met variabele snelheid werkt. Deze waarde wordt ingesteld als
een percentage van de maximumreferentie (zie par. 21-12 in de
VLT AQUA Drive Programmeerhandleiding
tie).
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Uitgebreide cascaderegelaaroptie
bepaalt hoe lang ongebruikte
. voordat de casca-
is van toepas-
voor meer informa-