Uitgebreide cascaderegelaaroptie
5. Werken met de uitgebreide cascaderegelaar
5.1.1. Inleiding
Zodra de cascaderegelaar is geconfigureerd, kan hij worden in- of uitgeschakeld via par. 27-10
Cascaderegelaar
Om de cascaderegelaar te starten, moet de master-omvormer worden gestart als een normale
omvormer via het LCP of via veldbuscommunicatie. Vervolgens zal de cascaderegelaar de sys-
teemdruk proberen te regelen door de snelheid van de omvormer te variëren en de pompen naar
behoefte in en uit te schakelen.
Voor de cascaderegelaar zijn twee stopfuncties beschikbaar. De ene functie zorgt voor een snelle
stop van het systeem en de andere functie schakelt de pompen één voor één uit, wat zorgt voor
een drukgecontroleerde stop.
Bij gebruik van een VLT AQUA Drive met Veilige stop zal klem 37 alle relais uitschakelen en de
master-omvormer laten vrijlopen. Als een van de digitale ingangen is ingesteld op
bijbehorende klem wordt gebruikt om het starten en stoppen van de omvormer te besturen, zal
het instellen van deze klem op 0 V ertoe leiden dat alle relais worden uitgeschakeld en dat de
master-omvormer gaat vrijlopen. Het indrukken van de [Off]-toets op het LCP zal ertoe leiden dat
alle actieve pompen één voor één worden uitgeschakeld.
.
®
MI.38.C1.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
5. Werken met de uitgebreide cascaderege-
laar
5
Start
[8] en de
21