6. Functies van cascaderegelaar
Als de systeemdruk terugvalt, wordt de snelheid van de omvormer verhoogd om te voldoen aan
de vraag naar een hogere stroming. Om de druk te handhaven, wordt de volgende pomp met
variabele snelheid ingeschakeld wanneer de omvormer de ingestelde waarde in par. 27-31
schakelsnelh
27-23
Als de cascaderegelaar niet in staat blijkt om de systeemdruk de handhaven terwijl alle pompen
met variabele snelheid maximaal draaien, zal hij beginnen met het gefaseerd inschakelen van
pompen met vaste snelheid. Een pomp met zal worden ingeschakeld wanneer de druk onder het
instelpunt zakt met het percentage dat is ingesteld in par. 27-20
deze fase blijven gedurende de tijd die is ingesteld in par. 27-23
wordt herhaald voor elke pomp met .
Destaging:
Als de systeemdruk toeneemt, wordt de snelheid van alle omvormers verlaagd om te voldoen aan
de vraag naar een lagere stroming. Om de druk te handhaven, wordt een pomp met variabele
6
snelheid uitgeschakeld wanneer de omvormer onder de ingestelde waarde in par. 27-33
kelsnelh
Destaging-vertr
zondering van de laatste.
Als de systeemdruk nog steeds te hoog is terwijl er slechts één omvormer actief is op de mini-
mumsnelheid, zal de cascaderegelaar beginnen met het gefaseerd uitschakelen van pompen met .
Een pomp met zal worden uitgeschakeld wanneer de druk het instelpunt overschrijdt met het
percentage dat is ingesteld in par. 27-20
de tijd die is ingesteld in par. 27-24
pomp met . In dat geval zal enkel de pomp met variabele snelheid actief blijven. Als de systeem-
vraag nog verder afneemt, zal het systeem in de slaapstand gaan.
6.1.8. Staging/destaging onderdrukken
Normale staging en destaging is toereikend voor de meeste situaties in standaardtoepassingen.
Soms kan het echter noodzakelijk zijn om snel te reageren op wijzigingen in de terugkoppelings-
druk van het systeem. In dergelijke gevallen kan de cascaderegelaar de pompen onmiddellijk in-
en uitschakelen in reactie op grote wijzigingen in de systeemvraag.
Staging:
Wanneer de systeemdruk een verval heeft dat groter is dan de waarde die is ingesteld in par.
27-21 Onderdr.limiet zal de cascaderegelaar onmiddellijk een pomp inschakelen om te kunnen
voldoen aan de vraag naar een hogere stroming.
Als de systeemdruk onder de ingestelde
tijd in par. 27-25
cedure wordt herhaald totdat alle pompen zijn ingeschakeld of totdat de systeemdruk onder de
onderdrukkingslimiet is gezakt.
Destaging:
Wanneer de systeemdruk snel toeneemt tot boven de ingestelde waarde in par. 27-21
miet
verlagen.
Als de systeemdruk boven de ingestelde
stelde tijd in par. 27-25
procedure wordt herhaald totdat enkel de hoofdpomp nog actief is of totdat de druk is gestabili-
seerd.
26
. overschrijdt en boven deze waarde blijft gedurende de tijd die is ingesteld in par.
Staging-vertr
. Deze procedure wordt herhaald voor elke pomp met variabele snelheid.
. zakt en onder deze waarde blijft gedurende de tijd die is ingesteld in par. 27-24
. Deze procedure wordt herhaald voor elke pomp met variabele snelheid, met uit-
Onderdr.tijd
zal de cascaderegelaar de volgende pomp inschakelen. Deze pro-
zal de cascaderegelaar onmiddellijk een pomp uitschakelen om te proberen de druk te
Onderdr.tijd
MI.38.C1.10 – VLT
Normaal werkbereik
en zal in deze fase blijven gedurende
Destaging-vertr
. Deze procedure wordt herhaald voor elke
Onderdr.limiet
in par. 27-21 blijft gedurende de ingestelde
Onderdr.limiet
in par. 27-21 blijft gedurende de inge-
zal de cascaderegelaar nog een pomp uitschakelen. Deze
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Uitgebreide cascaderegelaaroptie
In-
Normaal werkbereik
en zal in
Staging-vertr
. Deze procedure
Uitscha-
Onderdr.li-