3. Ondersteunde configuraties
schommelingen voor waardoor deze methode mogelijk minder energiebesparend is dan master-
volgerconfiguraties.
3.1.3. Master-volgerconfiguratie
In deze configuratie worden alle pompen bestuurd door een omvormer. Alle pompen en omvor-
mers moeten hetzelfde vermogen hebben. Beslissingen voor staging en destaging worden geba-
3
seerd op de snelheid van de omvormers en de terugkoppelingssensor. Deze configuratie biedt
mogelijkheden voor maximaal 6 pompen met omvormer.
Afbeelding 3.2: Voorbeeld
Voor deze configuratie zijn de volgende relaisinstellingen in parametergroep 27-7*
Aansluitingen
De master-volgerconfiguratie biedt de soepelste overgang van de ene fase naar de andere en is
de energiezuinigste oplossing. Voor de meeste installaties is het de energiebesparing die maakt
dat dit de meest kostenbesparende configuratie is.
3.1.4. Gemengde-pompconfiguratie
De gemengde-pompconfiguratie ondersteunt een combinatie van pompen met variabele snelheid
die zijn aangesloten op een omvormer en extra pompen met vaste snelheid. In deze configuratie
moeten alle pompen met variabele snelheid en de omvormers hetzelfde vermogen hebben. De
pompen met vaste snelheid mogen een ander vermogen hebben. De pompen met variabele snel-
heid worden het eerst in- en uitgeschakeld op basis van de omvormersnelheid. De pompen met
vaste snelheid worden het laatst ingeschakeld en het laatst uitgeschakeld op basis van de terug-
koppelingsdruk.
10
van toepassing:
27-70 Relais 1 → [1] Omvormer 2 insch.
27-71 Relais 2 → [2] Omvormer 3 insch.
27-72 Relais 10→ [3] Omvormer 4 insch.
27-73 Relais 11→ [0] Standaardrelais
27-74 Relais 12→ [0] Standaardrelais
MI.38.C1.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Uitgebreide cascaderegelaaroptie