8 Bediening
3. Ken als optie een kaartnaam toe aan de eerder herkende RFID-kaart.
4. Kies [Save].
☑ De RFID is aan de lijst met geregistreerde RFID-kaarten toegevoegd.
Kaart scannen en toevoegen
1. Kies [Kaart scannen] en start de registratieprocedure met [Registratie starten]. U heeft nu
2 minuten de tijd, om de aan te leren RFID-kaart voor de RFID-sensor op het interactievlak van
het toestel te houden (zie hoofdstuk 4.3, pagina 24).
☑ De kaart is herkend.
2. Ken als optie een kaartnaam toe aan de eerder herkende RFID-kaart.
3. Kies [Save].
☑ De RFID is aan de lijst met geregistreerde RFID-kaarten toegevoegd.
8.13.4 Laadprocedure door autorisatie starten
8.13.4.1 Laadprocedure via RFID-kaart autoriseren
Voorwaarde:
☐ Het laadstation is klaar voor gebruik en de groene led-indicatie knippert (zie hoofdstuk 4.6,
pagina 29).
☐ De RFID-kaart is aangeleerd (zie hoofdstuk 8.13.3.2, pagina 79).
☐ De laadvrijgave is ingeschakeld (zie hoofdstuk 8.13.3.1, pagina 79)
Werkwijze:
1. Sluit de laadkabel op het voertuig aan.
2. Sluit de laadkabel aan op het laadstation.
Aanwijzing: bij lage buitentemperaturen (-25 °C)
is meer kracht bij het aansluiten van de type 2-
stekker nodig.
☑ De laadkabel is vergrendeld.
☑ De gele led brandt. Het laadstation is geblokkeerd.
80
EVC22-3AC-20-BE-nl-10
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding