7 Inbedrijfstelling
3. Wacht, tot het product gereed is voor bedrijf. De
procedure duurt circa 5 minuten.
☑ De led brandt groen.
4. Een type 2 laadkabel in de daarvoor bedoelde
aansluiting op het product steken. Door de
mechanische aanraakbeveiliging verloopt het
insteken in de laadbus in twee fasen. De laadkabel
moet bij het aansluiten twee weerstanden
overwinnen, voordat het zich in de juiste positie
bevindt. Het geïntegreerde
vergrendelingsmechanisme waarborgt, dat de
laadkabel tijdens het laden niet kan worden
losgetrokken en dat alleen stroom stroomt, wanneer
het voertuig correct met het laadstation is
verbonden.
5. Voer de controle van het laadstation conform
IEC 61851 uit en vul het testprotocol in. Een
voorbeeld voor een testprotocol vindt u op de
productpagina onder www.SMA-Solar.com.
6. Wanneer bij de inbedrijfstelling de groene en de rode led tegelijkertijd knipperen, is het
bedrijf gestopt, omdat de inbedrijfstelling niet (volledig) is uitgevoerd. Om te waarborgen dat
het laadstation het bedrijf uitvoert, moet de configuratie worden uitgevoerd.
7. Wanneer de groene led nog steeds knippert, is nog niet voldaan aan de
inschakelvoorwaarden voor het opladen. Zodra er aan de voorwaarden voor het opladen is
voldaan, begint het laadstation met het opladen en gaat, afhankelijk van het beschikbare
vermogen, de groene led constant branden.
64
EVC22-3AC-20-BE-nl-10
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding