Procedure Bij De Configuratie Van Apparaten - SMA eCharger Bedieningshandleiding

pagina van 112

/ 112
Inhoud
Inhoudsopgave
Bladwijzers

Inhoudsopgave

Advertenties

7 Inbedrijfstelling

Er kan telkens slechts 1 toestel in de installatie als System Manager worden gebruikt (bijv. SMA

Data Manager of een laadstation als System Manager). Alle andere toestellen in de installatie

moeten als ondergeschikt toestel worden geconfigureerd en in de System Manager worden

geregistreerd.

U krijgt een overzicht van de stappen die u in ieder geval in de aangegeven volgorde moet

uitvoeren.

Werkwijze

Alle SMA Speedwire-toestellen die als ondergeschikt toe-

stel aan de System Manager moeten worden toegewezen

in bedrijf nemen (bijv. omvormers).

Het laadstation die als System Manager moet worden ge-

configureerd in bedrijf nemen.

Verbinding maken met gebruikersinterface van het laad-

station dat als System Manager moet worden geconfigu-

reerd. Daarvoor staan verschillende verbindingsmogelijk-

heden ter beschikking:

• directe verbinding via WLAN

• verbinding via WLAN met lokaal netwerk

• verbinding via ethernet in lokaal netwerk

Verander indien nodig de netwerkconfiguratie op de wel-

kompagina. Standaard is de door SMA Solar Technology

AG geadviseerde automatische netwerkconfiguratie via

DHCP-server geactiveerd. Verander de netwerkconfigura-

tie alleen, wanneer de standaardconfiguratie voor uw net-

werk niet geschikt is.

Configuratie met behulp van de inbedrijfstellingswizard

uitvoeren. Daarbij in de toestelconfiguratie Laadstation

als System Manager selecteren.

Indien nodig andere instellingen uitvoeren (bijv. multifuncti-

oneel relais configureren, vlamboogbeveiliging configure-

ren).

Om de installatie in Sunny Portal te bewaken en de gege-

vens gevisualiseerd te bekijken, een account aanmaken in

Sunny Portal en een installatie in Sunny Portal aanmaken

of apparaten aan een bestaande installatie toevoegen.

7.3