Bij verbruik van het water daalt de druk en wordt de
pomp door een drukschakelaar ingeschakeld.
Wanneer het waterverbruik stopt, wordt de pomp via
een elektronische tijdvertraging uitgeschakeld. De
besturing zorgt ervoor dat drukschommelingen in het
systeem tot een minimum worden beperkt.
Elke unit met aansluiting op het waterleidingnet is
voorzien van een onderdrukbeveiliging. Bij een
onderbroken aansluiting (via reinwaterkelder of
break-tank) zijn contacten voor het aansluiten van
een droogloopbeveiliging aanwezig.
5.4.1
Type HU1
Het hydro-unit systeem is uitgerust met een
handmatige resetknop op de onderdrukbeveiliging.
Bij onvoldoende toevoerdruk schakelt de
onderdrukbeveiliging de pomp uit. De
onderdrukbeveiligingknop springt eruit. De knop moet
handmatig worden ingedrukt voordat het systeem de
automatische werking kan voortzetten.
5.4.2
Type FU1
De brand-unit is voorzien van een testprogramma dat
er voor zorgt dat de installatie één keer per 24 uur
gedurende 5 minuten draait.
9