Stoomeisen
Stoomdruk bar [PSI]
5,3-6,9 [80-100]
* Gebaseerd op 6,9 bar.
Aanbevelingen voor leidingen
•
Maak elk stoomspiraal tot een apart opvangsysteem. Houd het
condensopvangsysteem altijd schoon en in goede staat van
onderhoud.
•
Wanneer de wasdroger zich aan het eind van een reeks appa-
ratuur bevindt, verleng het aftakkingstuk ten minste 1,20 m [4
ft] voorbij de wasdroger. Installeer een afsluitklep, koppel-
stuk, keerklep en omloopval aan het eind van de lijn. Indien er
een zwaartekracht of natuurlijke teruggang naar de boiler is,
laat de val dan weg.
•
Isoleer de stoomtoevoer- en retourleidingen voor de veilig-
heid van de operator en voor de veiligheid tijdens onder-
houdswerkzaamheden aan de wasdroger.
WAARSCHUWING
Alle systeemcomponenten moeten een werkdruk van
8,6 bar [125 psig] hebben. Afsluitkleppen moeten aan
de invoerzijde van de stoommagneetklep en aan de
uitvoerzijde van elke stoomval worden geïnstalleerd
zodat componenten kunnen worden geïsoleerd voor
onderhoud of in noodsituaties. Alle componenten
(magneetklep, condenspotten) moeten worden on-
dersteund om belasting op de stoomspiraalaanslui-
tingen van de droogtrommel te minimaliseren.
Het Condensopvangsysteem
Installeren en de
Condensretouraansluitingen Tot Stand
Brengen
Het condensopvangsysteem moet worden geïnstalleerd en de spi-
raaluitlaataansluitingen moeten worden aangesloten op de con-
densretourleidingen. De volgende stappen bieden een overzicht
van de procedure voor het installeren van het condensopvangsys-
teem en het aansluiten van het condensretourlijnen. Raadpleeg
Figuur 16 en Figuur 17 voor gangbare installaties.
1. Gebruik flexibele lijnen tussen de stoominlaatmagneetklep en
stoomspiralen, naast de uitlaat tussen condensspiraal en op-
vangsysteem.
©
Gepubliceerd met toestemming van de eigenaar van het copy-
right – NIET KOPIËREN of DOORZENDEN
Minimale leidingdiameter
1-1/4 NPT
Tabel 12
2. Installeer zonodig een zeef aan het eind van elke flexibele
slang.
3. Installeer een condensopvangsysteem aan elke zeef.
BELANGRIJK: Condensvat moet worden geïnstal-
leerd op een minimumafstand van 460 mm [18 in-
ches] onder de aansluitingen van de stoomspiraa-
luitlaat.
4. Installeer een afsluitklep aan elk condensopvangsysteem.
5. Verbinden met de condensretourlijnen
6. Voor de bedradingsaansluitingen van de magneetkleppen kunt
u het bij de wasdroger geleverde bedradingsschema raadple-
gen.
W701R1
64
Maat van stoomval*
kg condensaat/uur [lb conden-
saat/uur]
125,7 [275,7]
Onderdeel nr. 70532501NLR10