Figuur 20
1. Voorste voetsteun
2. Slotbout (nr. 10 x 5/8 inch) 5. Rempedaalhendel
3. Plaat van remsensor
2. Monteer de nabijheidssensoreenheid aan de remhendel
met de slotbout (nr. 10 x 5/8 inch), de plaat van de
remsensor, de nabijheidssensor en een borgmoer (nr.
10), zoals in
Figuur
20.
Opmerking: Draai de bouten niet te vast. Als u de
bouten te vast draait, wordt de sensor beschadigd.
3. Zoek de montageopeningen voor de remsensorbeugel
op de voorste voetsteun en bevestig de remsensorbeugel
losjes aan de voorste voetsteun. Gebruik hiervoor 2
bouten (¼ x ¾ inch), en 2 flensmoeren (¼ inch).
Opmerking: U zult de remsensorbeugel naar boven
of beneden moeten bewegen om de remsensor uit te
lijnen met de remsensorplaat
4. Nabijheidssensor
6. Borgmoer (nr. 10)
(Figuur
21).
1. Voorste voetsteun
2. Gleufkopschroef (nr. 6 x
1 inch)
3. Ring (nr. 6)
4. Remsensor
4. Monteer de remsensor losjes met 2 gleufkopschroeven
(nr. 6 x 1 inch), 2 ringen en 2 flensmoeren aan de
remsensorbeugel
5. Verplaats de remsensor naar binnen of naar buiten, en
de remsensorbeugel naar boven of beneden zodat de
schakelaar op de remsensor tegen de sensorplaat drukt.
6. Voltooi de montage van de remsensoreenheid door al
het bevestigingsmateriaal vast te draaien.
•
Draai de 2 gleufkopschroeven (nr. 6 x 1 inch)
en 2 flensmoeren vast om de remsensor stevig te
bevestigen aan de remsensorbeugel.
Opmerking: Draai de schroeven niet te vast.
Als u de schroeven te vast draait, wordt de sensor
beschadigd.
•
Draai de bouten (¼ x ¾ inch) en de 2 flensmoeren
(¼ inch) waarmee de remsensorbeugel is bevestigd
aan de voorste voetsteun vast met een torsie van
10,17 tot 12,43 N·m.
Belangrijk: Nadat u de montage van de verlichtingsset
hebt voltooid, moet u controleren of de remsensor de
12
Figuur 21
5. Remsensorbeugel
6. Borgmoer (nr. 6)
7. Bouten (¼ x ¾ inch)
8. Flensmoer (¼ inch)
(Figuur
21).