•
Als u de flitser gebruikt, kan het beeld er anders komen uit te zien
dan verwacht.
•
Ook als u de camera uitschakelt, worden de opgenomen kleur en het
gebied opgeslagen.
•
Afhankelijk van het onderwerp wordt het beeld mogelijk onzuiver.
Het oorspronkelijke beeld opslaan
Het oorspronkelijke beeld wordt tegelijkertijd met het veranderde beeld als
apart bestand opgeslagen.
Het gewijzigde beeld wordt direct na het maken van een opname
weergegeven. Houd er rekening mee dat als u het beeld op dat moment
verwijdert, zowel het gewijzigde beeld als het oorspronkelijke beeld
worden verwijderd.
•
Beide beelden worden opgeslagen met een serienummer.
•
Aangezien er twee beelden worden gemaakt voor één opname, kunt u
slechts de helft van het aantal opnamen maken dat normaal mogelijk is.
De kleur wijzigen en opnamen maken
Geef het gebied op dat moet worden
gekleurd in het gewijzigde beeld.
Door op de knoppen op te drukken of
●
aan het keuzewiel  te draaien, kunt u
het gebied wijzigen dat u wilt kleuren.
●
Als u alleen de kleur wilt behouden die u
hebt gekozen, verhoogt u de waarde van
-. Als u kleuren wilt behouden die sterk
lijken op de kleur die u hebt gekozen,
verhoogt u de waarde van +.
Als u op de knop l drukt, wordt de
●
instelling vastgelegd en gaat u terug naar
het opnamescherm.
Selecteer [Orig. Opslaan].
Druk op de knop n en selecteer
●
[Orig. Opslaan] op het tabblad 4.
Selecteer vervolgens [Aan] met de
knoppen qr.
89