opnamefuncties gebruiken
Dit hoofdstuk is een uitgebreide versie van hoofdstuk 4. Hierin wordt
uitgelegd hoe u de geavanceerde functies gebruikt om beelden
precies zo vast te leggen als u wilt.
Er wordt verondersteld dat de modusschakelaar is ingesteld op 4 en dat
•
de camera in de modus G staat.
Het instellen van de modusschakelaar op K en het selecteren van
•
'De kleur wijzigen en opnamen maken'
Stitch Hulp'
(p. 90)
Voordat u in een andere modus dan G een opname wilt maken met een
•
functie die in hoofdstuk wordt uitgelegd, moet u controleren of de functie
in die modus beschikbaar is
Geavanceerde
en diverse andere modi worden beschreven.
(pags. 150
(p.
87), 'L Opnamen maken met
– 153).
5
77