| De afspeelfuncties aanpassen
U kunt instellingen maken op het tabblad 1 door op de knop 1
te drukken.
Functies toewijzen aan de knop 1
Als u 1 (Standaard) selecteert, kunt u heen en weer schakelen tussen
•
het uitzetten van de camera en de afspeelmodus, of tussen de opname-
en de afspeelmodus
Als u . of _ selecteert, kunt u de camera niet uitzetten met de knop 1.
•
•
U kunt geen diashows starten tijdens de indexweergave.
Het beeld selecteren waarmee het afspelen
wordt hervat
140
●
Selecteer [Inst. Weergave Knop] en druk
op m.
Druk op de knoppen qr of draai aan het
●
keuzewiel  om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop m.
Als u in de afspeelmodus op de knop 1 drukt,
●
wordt de toegewezen functie opgeroepen.
(p.
24).
●
Selecteer [Ga verder] en gebruik de knoppen
qr om een optie te selecteren.
●
[Laatste f.]: de weergave wordt hervat met de
laatst gemaakte opname.
●
[Laatst gez]: de weergave wordt hervat met de
laatst bekeken opname.
(p. 46)