@ Donkere onderwerpen aanpassen
(i-Contrast)
Hiermee detecteert u donkere delen in onderwerpen of op gezichten, corrigeert
u de helderheid en slaat u het aangepaste beeld op als nieuw bestand. U hebt
de keuze uit 4 correctieniveaus: [Auto], [Laag], [Middel], [Hoog].
Wat als het beeld niet met [Auto] is gecorrigeerd zoals
verwacht?
Selecteer [Laag], [Middel] of [Hoog] en pas het beeld aan.
•
Afhankelijk van het onderwerp kan het beeld onzuiver worden of niet
correct worden aangepast.
•
Als hetzelfde beeld meerdere keren wordt aangepast, kan de kwaliteit
afnemen.
118
Selecteer [i-Contrast].
Druk op de knop n en selecteer
●
[i-Contrast] op het tabblad 1 en druk
op de knop m.
Selecteer een beeld.
Druk op de knoppen qr of draai aan het
●
keuzewiel Â, selecteer het beeld en
druk op de knop m.
Selecteer een menu-item.
Druk op de knoppen qr of draai aan het
●
keuzewiel  om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop m.
Een nieuwe afbeelding opslaan
en weergeven.
●
Voer de bewerkingen uit die zijn
beschreven bij stap 4 en 5 op
p.
115.