Instellingen van de IS-modus wijzigen
•
Als de bewegingsonscherpte te groot is, plaatst u de camera op een
statief. Het is echter raadzaam om de IS modus in te stellen op [Uit] als u
de camera op een statief plaatst.
•
Houd bij de optie [Pan] de camera horizontaal. Beeldstabilisatie werkt
niet als u de camera verticaal houdt.
Functies toewijzen aan de knop c
•
Druk op
•
Als het symbool
deze functie niet worden gebruikt in de huidige opnamemodus of
functie-instelling.
worden bij elke druk op de knop c witbalansgegevens
•
In
vastgelegd
gewijzigd in
hoort u bij elke druk op de knop c het geluid van de
•
In
ontspanknop
van uw onderwerp te trekken vlak voordat u de opname maakt.
●
Selecteer [IS modus] en druk op de knoppen
qr om een optie te selecteren.
●
[Continu]: de beeldstabilisatie staat altijd aan.
U kunt het resultaat meteen controleren op het
scherm, waardoor u gemakkelijk de compositie
of de focus kunt controleren en bijstellen.
●
[Opname]: de beeldstabilisatie staat alleen
aan op het moment van de opname.
●
[Pan]: de beeldstabilisatie werkt alleen op
het effect van op- en neerwaartse camera-
bewegingen. Deze optie wordt aanbevolen
voor horizontaal bewegende objecten.
Selecteer [Instellen c knop] en druk op
●
de knop m.
Druk op de knoppen opqr of draai aan het
●
keuzewiel  om de functies te selecteren die
u wilt toewijzen en druk vervolgens op m.
Als u op de knop c drukt, wordt de
●
toegewezen functie opgeroepen.
als u een functie wilt annuleren.
onderaan rechts in een pictogram verschijnt, kan
(p. 71)
en worden tevens de witbalansinstellingen
.
op het tabblad 5. Gebruik dit om de aandacht
(p. 141)
Opnamefuncties aanpassen
139