Netsnoer en verlengkabel
• De op het apparaat aangegeven nominale spanning (zie
de voedingsspanning.
• Verlengkabels moeten zijn goedgekeurd voor het gebruik op de plaats van gebruik (bijvoorbeeld buiten) en
dienovereenkomstig zijn gemarkeerd. Houd rekening met de vereiste minimale doorsnede voor verlengkabels.
Er wordt minimaal 2,5 mm
Netvoeding met autonome stroomgeneratoren
• Wanneer er autonome stroomgeneratoren worden gebruikt, moeten deze geaard zijn en uitgerust zijn met
aardlekschakelaars.
Om mogelijke schade aan de elektronica te voorkomen, raadt Leister stroomgeneratoren met een maximale
totale harmonische vervorming (THD) van 5% of minder aan.
• De formule "2 x nominaal vermogen van de hetelucht-extruder" is van toepassing op het ontwerp van het
nominale vermogen van stroomgeneratoren.
• De apparaat mag alleen worden in- en uitgeschakeld wanneer de generator draait, omdat anders de elektroni-
sche componenten kunnen worden beschadigd.
• Koppel het apparaat los van de netvoeding voordat u de generator start of uitschakelt.
6.2 Apparaat voorbereiden
• Plaats de hetelucht-lasextruder op een geschikte ondergrond zodat het apparaat stabiel en veilig staat. Zorg
ervoor dat er niets brandbaars wordt uitgestraald door de hitte van de extruder.
• Controleer of het te lassen materiaal schoon is.
• Controleer vervolgens of de lasschoen (9) schoon is.
• Controleer of het voorverwarm mondstuk (12) in de juiste positie staat en vastgedraaid is.
• Inspecteer het netsnoer (1) en de stekker op eventuele elektrische en/of mechanische schade.
6.3 Het apparaat starten
aanbevolen.
2
• Nadat u het werkgebied en het hetelucht-lasapparaat volgens de beschrijving heeft
voorbereid, sluit u het hetelucht-lasapparaat aan op de netspanning.
• Gebruik de hoofdschakelaar (18) om de hetelucht-lasextruder in te schakelen.
Na het opstarten verschijnt het Beginscherm kort op het display, met het
versienummer van de huidige softwareversie en de apparaataanduiding.
Als het apparaat van tevoren kon afkoelen, wordt dit gevolgd door een statische weer-
gave van de instelpunten van het meest recent gebruikte profiel (het basisprofiel wordt
weergegeven wanneer het apparaat voor het eerst in gebruik wordt genomen).
De verwarming is op dit moment nog niet ingeschakeld.
• Selecteer nu de juiste lasformule (zie 9.3) of stel de lasparameters individueel in.
• Stel nu de verwarming af met de aan-uitknop van de verwarming (31).
technische gegevens [2]) moet overeenkomen met
13