TECHNISCHE SERVICEDIENST
4 .3 Controles tijdens en na de eerste inbedrijfstelling
Na de start, controleren of de verwarmingsketel een
stop en daaropvolgend een nieuwe start uitvoert::
− Door de tarrage van de thermostaat van de
verwarmingsketel en de boiler te wijzigen.
− Door de keuzeknop te verplaatsen van (II) naar (I)
en omgekeerd.
− Door de omgevingsthermostaat of de uurtimer te
bedienen.
Controleer of de circulator vrij is en correct draait.
Controleer of de verwarmingsketel volledig uit is, door
de hoofdschakelaar van de installatie op "uit" te zetten.
Indien aan alle voorwaarden werd voldaan, wordt de
verwarmingsketel herstart en wordt overgegaan tot de
analyse van de verbrandingsproducten
60
40
80
20
100
0
120
40
60
40
80
20
100
0
120