2 .3 Uitschakeling voor lange periodes
Wanneer de verwarmingsketel niet wordt gebruikt voor
een langere periode, worden de volgende handelingen
uitgevoerd:
− Zet de keuzeknop op (I) "uit" en controleer of het
groen controlelampje uitgaat.
− Zet de hoofdschakelaar van de installatie op
"uit".
− Sluit de brandstof- en waterkranen van de
verwarmingsinstallatie.
− Maak de verwarmingsinstallatie leeg indien het
zou kunnen vriezen.
9
De Technische Servicedienst
schikking mocht de hierboven beschreven proce-
dure problemen meebrengen.
2 .4 Reiniging
De buitenste panelen van de verwarmingsketel kunnen
worden schoongemaakt met een doek bevochtigd met
wat zeepsop.
Ingeval van hardnekkige vlekken, maakt u de doek
vochtig met een oplossing van 50% water en gedena-
tureerde alcohol of met specifieke producten.
Na het schoonmaken wordt de verwarmingsketel zorg-
vuldig afgedroogd.
9
De reiniging van de verbrandingsketel en de ro-
okkanalen moet periodiek worden uitgevoerd door
vakbekwaam personeel. (zie "4.7 Reiniging van de
verwarmingsketel" op pagina 43).
R
staat te uwer be-
21
GEBRUIKER - VERANTWOORDELIJKE INSTALLATIE
40 60 80
20
100
0
120
4
0
1
3
2
0
Gebruik geen schurende producten, benzine of tri-
chloorethyleen.
0
U mag uitsluitend aan een reinigingshandeling be-
ginnen nadat u eerst de verwarmingsketel van het
elektriciteitsnet hebt losgekoppeld, door de hoofd-
schakelaar van de installatie en die op het bedie-
ningspaneel op "uit" te zetten.