... Koken
Water bijvullen
De inhoud van het waterreservoir is voldoende om één keer te koken. Het
water moet normaal gezien tijdens het werken niet worden bijgevuld.
Als toch eens tijdens het stomen water moet worden bijgevuld en het kort
voor afloop van de bereidingstijd is, mag het waterreservoir niet te vol wor-
den gedaan, omdat het anders bij het terugpompen van het water kan ge-
beuren dat het volume van het waterreservoir te klein is.
Het waterreservoir moet bij alle werkwijzen gevuld in het apparaat staan.
Apparaat inschakelen
• Door een of meerdere keren op toets
zen (in dit voorbeeld „ stomen 100 °C").
– Controlelampje van de gekozen werkwijze brandt.
– Tijdens de insteltijd knippert het controlelampje bij de draaiknop
Indien gewenst kan de bereidingsduur van de wortelen als inschakelduur worden
geprogrammeerd (zie Tijdschakelklok op pagina 25). Het apparaat wordt zo na
afloop van de inschakelduur automatisch uitgeschakeld.
• De inschakelduur kan met draaiknop
trolelampje van de draaiknop knippert.
• Als het controlelampje al niet meer knippert, toets
– In het display staat tijdens de insteltijd
Als er geen inschakelduur wordt geprogrammeerd, is het apparaat zolang in wer-
king tot het wordt uitgeschakeld of tot al het water verdampt is.
.
Bij het bereiden van kleine hoeveelheden kan aan de ontluchtingsspleet ge-
durende korte tijd zichtbare stoom ontsnappen.
18
te tikken de gewenste werkwijze kie-
worden gekozen, zolang het con-
aantikken.
.
.