Maai-eenheden wetten (vervolg)
3. Draai de hendel voor de
maaisnelheidbegrenzer
M
AAISTAND
4. Druk de aftakasschakelaar
I
NSCHAKELEN
5. Zet de maai-/hefhendel
Opmerking:
ingesteld voor wetten draaien achterwaarts.
6. Breng de wetpasta aan op de messenkooien
met een borstel met lange steel.
Het aanraken van de draaiende maaidekken zal leiden tot de dood of ernstig letsel.
• Gebruik geen borstel met een korte steel.
• Om lichamelijk letsel te voorkomen, dient u buiten het bereik van de maaidekken te
zijn voordat u de werkzaamheden uitvoert.
7. Als de messenkooien vast komen te zitten of onregelmatig worden tijdens het wetten,
verhoogt u gasinstelling tot de messenkooi gestabiliseerd wordt.
8. Als u een aanpassing moet uitvoeren aan de maai-eenheden terwijl u aan het wetten
bent, moet u als volgt te werk gaan:
A. Beweeg de maai-/hefhendel naar achteren.
Opmerking:
omhooggebracht.
B. Druk de aftakasschakelaar in de stand U
C. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
D. Stel de maai-eenheden af.
E. Herhaal stap
9. Herhaal stap
Wetten beëindigen
Als u de wetschakelaar na het wetten niet in de stand U
eenheden niet omhoog komen of naar behoren werken.
1. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
3467-859A
naar voren, naar de
.
.
naar voren.
De messenkooien die u hebt
De maai-eenheden worden uitgeschakeld, maar worden niet
2
tot en met 7.
6
voor alle maai-eenheden die u wilt wetten.
naar de stand
G425460
GEVAAR
ITSCHAKELEN
BELANGRIJK
Pagina 6–51
.
zet, zullen de maai-
IT
Onderhoud: Onderhoud van de maai-eenheid