De tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand
(vervolg)
5. Draai aan de contramoeren op het uiteinde van de stang om de tractiestang naar voren
te verstellen als de machine voorwaarts kruipt, of naar achteren als de machine
achterwaarts kruipt, totdat de machine niet meer kruipt.
Contramoeren
Kantelinrichting van tractie-eenheid
Tractiestang
6. Als het wiel niet meer draait, draait u de contramoeren vast om de afstelling te borgen.
7. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
8. Verwijder de assteunen en laat de machine op de grond zakken.
9. Maak een proefrit met de machine om er zeker van te zijn dat deze niet kruipt.
3467-859A
G425376
G425377
Uiteinde van stang
Pagina 6–35
Onderhoud: Aandrijfsysteem onderhouden