VENTO 130
3 ONDERHOUD
3.1
JAARLIJKS ONDERHOUD
Het is noodzakelijk dat het toestel, het complete
concentrische kanalensysteem en de uitmonding jaarlijks
door een erkend gasvakman/installateur worden gereinigd
en gecontroleerd. De veilige werking van het toestel blijft
hierdoor gewaarborgd.
Het onderhoud bestaat uit de volgende punten:
Verwijder eerst de embers en/of vermiculite korrels, stammenset en/of kiezels
l
van de hoofdbrander en reinig deze voorzichtig met een zachte borstel.
Reinig en controleer (visueel) de hoofdbrander, waakvlam, verbrandingskamer,
l
rookgasafvoer en verbrandingslucht-toevoer. Stofaanslag kan met behulp van
een stofzuiger worden verwijderd.
Na het reinigen;
l
Plaats de embers en/of vermiculite korrels, stammenset en/of kiezels
nauwgezet terug op en rondom de hoofdbrander volgens de
installatievoorschriften in dit instructieboekje.
Plaats geen embers, vermiculite korrels, houtstammen of kiezels tegen
de waakvlambrander. Zorg ervoor dat de waakvlam te allen tijde vrij
over de hoofdbrander kan branden. Alleen dan is een goede ontsteking
van de hoofdbrander gewaarborgd. Het niet houden aan deze
voorschriften kan tot een gevaarlijke situatie leiden.
Controleer het gas-, rookgasafvoer- en verbrandingsluchttoevoer traject op
l
dichtheid.
Controleer de juiste werking van het gasregelblok, thermokoppelcircuit en het
l
ontsteken van de hoofdbrander.
Controleer de voordruk (als het toestel uit staat en ook als deze in maximale
l
stand brandt) en de branderdruk.
Controleer het complete concentrische kanalensysteem inclusief de
l
uitmondingsconstructie.
Controleer de werking van de thermostatisch geregelde ventilator. (Indien
l
aanwezig.)
54
VENTO 100
VENTO 80
VENTO 70
VENTO 60
VENTO 50