VENTO 130
Afwerkrand met
paneeldeurtje (wit)
Figuur 25: Bedieningsunit
2.5.2 Elektrische aansluiting
Indien het toestel is voorzien van convectieventilatoren dan kan nu de
elektrische verbinding worden gemaakt. Zorg ervoor dat de elektrische kabel
niet tegen de onderzijde van de branderplaat komt. De isolatie van de kabel kan
dan op die plaats wegsmelten. Metsel de kabel niet in, maar zorg ervoor dat die
ook na de inbouw goed bereikbaar blijft.
2.5.3 Aansluiting concentrisch kanalensysteem
Het concentrische kanalensysteem wordt nu aangesloten op het toestel.
Let op dat de aansluitingen volledig gasdicht zijn.
Ook een convectieset kan nu worden gemonteerd. Bepaal tevens de plaats voor
de warmelucht-uitblaasroosters.
2.5.4 Inbouwen van het toestel
Neem het front van de romp af. (Indien van toepassing.)
Bepaal de plaatsen voor de ventilatie-openingen (roosters, onder en boven in de
schouw) en de warme lucht-uitblaasroosters van de convectieset.
Het metselwerk wordt eerst links en rechts van de romp opgetrokken tot aan de
bovenzijde van het toestel. Tussen het metselwerk en de romp blijft aan beide
zijden een open voeg van circa 3 mm voor de uitzetting van het toestel tijdens
het stoken. Nu kan het boezemijzer (optie) geplaatst worden. Stel dit waterpas.
Het toestel wordt optioneel geleverd met een recht boezemijzer voor plaatsing in
een vlakke wand of schouw.
46
VENTO 100
VENTO 80
VENTO 70
VENTO 60
Bedieningsunit
VENTO 50