VENTO 130
2 INSTALLATIEVOORSCHRIFT
2.1
ALGEMEEN
Het toestel dient geplaatst en aangesloten te worden als een "gesloten" toestel
door een erkend gas- en elektrotechnische installateur volgens dit installatie-
voorschrift, de nationale en de plaatselijk geldende voorschriften.
(Zie "Technische gegevens / Voorschriften" achterin deze handleiding). Indien u
hierover nog vragen heeft, kunt u zich wenden tot uw plaatselijk gasbedrijf.
Belangrijk:
Voor de installatie van het toestel dient men te controleren
of de gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de
gassoort en de gasdruk waar het toestel op aangesloten
wordt.
De installatie van het toestel is mogelijk met een dak- of muuraansluiting door
middel van het Barbas concentrische kanalensysteem Ø100 mm - Ø150 mm. De
rookgassen worden door natuurlijke trek via het binnenste kanaal Ø100 mm naar
buiten afgevoerd, terwijl de verbrandingslucht tussen de kanalen van Ø100 mm en
Ø150 mm dan wordt toegevoerd.
Uitzondering hierop is dat de muuraansluiting van de Vento 100 en Vento 130
uitgevoerd dient te worden met het Barbas concentrische kanalensysteem
Ø130 mm - Ø200 mm. De rookgassen worden door natuurlijke trek via het
binnenste kanaal Ø130 mm naar buiten afgevoerd, terwijl de verbrandingslucht
tussen de kanalen van Ø130 mm en Ø200 mm dan wordt toegevoerd. De
muurdoorvoer zelf is Ø100 mm - Ø150 mm.
Het toestel kan worden geplaatst in een kierdichte- en/of mechanisch
geventileerde woning, zonder dat men extra beluchting voor de verbranding en/of
een rookgasventilator hoeft toe te passen.
Het toestel kan als inzethaard in een bestaande openhaardopening geplaatst
worden of als inbouwhaard in een schouw ingebouwd worden.
Het toestel is standaard uitgevoerd met een convectiemantel voor natuurlijke
luchtcirculatie.
24
VENTO 100
VENTO 80
VENTO 70
VENTO 60
VENTO 50