VENTO 50
VENTO 60
Positioneer de gastoevoerleiding zodanig dat deze, na het inzetten/inbouwen van
het toestel, makkelijk gemonteerd kan worden.
Met behulp van de 4 stelpoten kan men het toestel op de gewenste hoogte zetten.
Indien de bediening zich buiten het toestel bevindt, moet men de gastoevoer
naar de plaats leiden waar de (inbouw)bedieningsunit met het gasregelblok (en
ontvanger) komt.
Schuif het toestel tegen de muur en stel het waterpas. Het toestel mag niet tegen
een brandbare achterwand worden geplaatst.
Indien men het toestel (met kader C) in een natuurstenen sier-schouw wil inbouwen
met een inbouwhoogte vanaf 13 cm tot 30 cm (vanaf de vloer) dient men het
onderste deel van de convectiemantel van het toestel eraf te schroeven.
2.5.1 Gasaansluiting
Belangrijk:
Let op dat tijdens het aansluiten het gasregelblok
niet wordt verdraaid. Zorg er ook voor dat er geen
spanningen op het gasregelblok en leidingen
ontstaan.
Toestel met de bediening in aparte (inbouw)bedieningsunit:
Maak eerst de bedieningsunit met gasregelblok (en ontvanger) los van het toestel.
Verplaats voorzichtig de bedieningsunit naar de gewenste positie
voor inbouw. (Tot maximaal 50 cm van het toestel!)
Let op dat hierbij geen leidingen beschadigen of dat knel-
koppelingen los raken.
Stel de bedieningsunit met behulp van de twee bijgeleverde steunen.
VENTO 70
VENTO 80
Bij het plaatsen dient men een open voeg van minimaal
3 mm rondom het toestel te houden; in verband met
uitzetting van het toestel tijdens het stoken.
Men mag geen brandbare materialen, zoals
bijvoorbeeld gordijnen, in de nabijheid van het toestel
toepassen en/of plaatsen.
Minimale veilige afstand: 100 cm.
VENTO 100
VENTO 130
45