3. Plaats enveloppen in de lade.
• Enveloppen met de klep aan de lange kant plaatst u met de beeldzijde omlaag en met de
kleppen gesloten, en met de kleppen naar rechts.
• Enveloppen met een zelfklevende klep aan de korte kant plaatst u met de beeldzijde
omlaag en met de kleppen gesloten, en met de kleppen naar rechts.
• Enveloppen met een niet-klevende klep aan de korte kant plaatst u met de beeldzijde
omlaag en met de kleppen open, en met de kleppen naar links.
Opmerking:
kleppen geopend plaatsen en zo nodig de richting instellen in de printerdriver. Om de
beelden om te slaan, selecteert u Beeld 180 graden draaien in de printerdriver.
4. Selecteer op het bedieningspaneel het juiste papierformaat en de juiste papiersoort en -kleur.
Zorg dat de papiersoort is ingesteld op Enveloppen.
5. Selecteer Bevestigen om de instellingen te bevestigen.
Om juist af te drukken op enveloppen, moet u de enveloppen met de
Xerox
®
Papier en ander afdrukmateriaal
AltaLink
B81XX-serie multifunctionele printer
®
Handleiding voor de gebruiker
211