10
Technische gegevens
10.4
Aanhaalmomenten
Onderdeel
Temperatuursensor
Hydraulische leidingaansluitingen (water)
Aansluitingen gasleiding (koudemiddel)
Aansluitingen vloeistofleiding (koudemid-
del)
Aansluitingen vloeistofleiding (koudemid-
del)
Backup-Heater
Tab. 10-22 Aanhaalmomenten
10.5
Minimum vloeroppervlak en
ventilatieopeningen
VOORZICHTIG
Het gebruik van reeds gebruikte koudemiddelleidingen kan
schade aan het apparaat veroorzaken.
▪ Gebruik geen koudemiddelleidingen meer die met een
ander koudemiddel zijn gebruikt. Vervang de koudemid-
deleiding en reinig hem zorgvuldig.
▪ Als de totale koudemiddelvulling in het systeem < 1,84 kg is, zijn
er geen verdere eisen.
▪ Als de totale koudemiddelvulling in het systeem ≥ 1,84 kg is, moe-
ten er verdere eisen aan het minimum vloeroppervlak aangehou-
den worden:
1
Totale koudemiddelvulling in het systeem (m
koudemiddelvulling (m
) die voor de opstelruimte (A
max
gestaan vergelijken (zie
Tab.
▪ Als m
≤ m
: Het apparaat kan in deze ruimte zonder verdere
c
max
eisen geïnstalleerd worden.
▪ Als m
> m
: Met de volgende stappen doorgaan.
c
max
2
Minimum vloeroppervlak (A
min
de plaatsingsruimte (A
) en van het naburige vertrek (A
room
vergelijken (zie
Tab.
10-24).
▪ Als A
≤ A
+ A
: Met de volgende stappen doorgaan.
min
room
room2
▪ Als A
> A
+ A
: De dealer ter plaatse waarschuwen.
min
room
room2
3
Koudemiddelhoeveelheid (dm) berekenen: dm = 1,9 – m
uitTab. 10-23
voor de betreffende afmeting van de plaatsings-
ruimte A
nemen)
room
4
Voor berekend dm het minimum oppervlak van de ventilatieope-
ning (VAmin) voor een natuurlijke ventilatie tussen plaatsings-
ruimte en naburige ruimte uit
5
Het apparaat kan geïnstalleerd worden als:
–
2 ventilatieopeningen tussen plaatsingsruimte en de ruimte
ernaast aanwezig zijn (telkens 1x boven en beneden)
–
Onderste opening: De onderste opening moet aan de eisen
voor het minimum oppervlak van de ventilatieopening (VA-
min) voldoen. Hij moet zich zo dicht mogelijk aan de vloer
bevinden. Als de ventilatieopening aan de vloer begint moet
de hoogte ≥ 20 mm zijn. De onderkant van de opening moet
zich ≤ 100 mm boven de vloer bevinden. Ten minste 50%
Installatie- en onderhoudshandleiding
60
Grootte
Aanhaal-
schroef-
moment
draad
in Nm
alle
Max. 10
1"
25 – 30
5/8"
63 – 75
1/4"
15 – 17
3/8"
33 – 40
1,5"
Max. 10
(hand-
vast)
) met maximum
c
) is toe-
room
10-23).
) van met het vloeroppervlak van
)
room2
(m
max
Tab. 10-25
nemen.
van het noodzakelijke minimum oppervlak van de ventilatie-
opening (VAmin) moet zich < 200 mm weg van de vloer be-
vinden. De hele opening moet < 300 mm van de vloer zijn.
–
Bovenste opening: De bovenste opening moet groter dan of
net zo groot zijn als de onderste opening. De onderkant van
de bovenste opening moet zich ten minste 1,5 m boven de
bovenrand van de onderste opening bevinden.
–
Ventilatieopeningen naar buiten worden niet als geschikte
ventilatieopeningen gezien.
2
A
(m
)
Maximale koudemiddelvulling in een ruimte
room
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
Tab. 10-23 Maximaal in een ruimte toegestane koudemiddelvulling
max
▪ * Waarden zijn alleen voor stap 3 (berekening van dm) noodzake-
lijk.
m
(kg)
c
1,84
1,86
1,88
1,90
Tab. 10-24 Minimum vloeroppervlak binnenunit
dm (kg)
1,76
1,63
1,49
1,35
(m
) (kg)
max
0,14*
0,28*
0,41*
0,55*
0,69*
0,83*
0,90*
0,97*
1,02*
1,08*
1,13*
1,18*
1,23*
1,28*
1,32*
1,37*
1,41*
1,45*
1,49*
1,53*
1,56*
1,60*
1,64*
1,67*
1,71*
1,74*
1,77*
1,81*
1,84
1,87
1,90
Minimum vloeroppervlak A
28,81
29,44
30,08
30,72
Minimum oppervlak van de ventilatieope-
2
ning (VA
) (cm
)
min
716
662
605
549
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
2
(m
)
min