1
Algemene veiligheidsmaatregelen
Gevaren voorkomen
De binnenunit is volgens de laatste stand van de techniek en de er-
kende technische regels gebouwd. Bij ondeskundig gebruik kan ech-
ter lichamelijk letsel en materiële schade ontstaan. Ter voorkoming
van gevaren mogen de apparaten uitsluitend worden geïnstalleerd of
gebruikt:
▪ wanneer ze reglementair worden gebruikt,
▪ en wanneer ze in onberispelijke staat verkeren.
Dit veronderstelt dat u de inhoud van deze installatie- en gebruiks-
aanwijzing kent en toepast, dat u alle geldende veiligheids- en ar-
beidsgeneeskundige voorschriften en alle voorschriften om ongeval-
len te voorkomen naleeft.
Voorafgaand aan werkzaamheden aan het hydraulische
systeem
▪ Werkzaamheden aan de installatie (als bijv. plaatsing, aansluiting
en eerste inbedrijfstelling) alleen door personen die geautoriseerd
zijn en voor de betreffende werkzaamheid een desbetreffende
technische of ambachtelijke opleiding met succes hebben ge-
volgd.
▪ Schakel bij alle werkzaamheden aan de installatie de externe
hoofdschakelaar uit en beveilig hem tegen onbedoeld inschake-
len.
▪ Loodverzegelingen mogen niet beschadigd of verwijderd worden.
▪ Let er a.u.b. op dat de veiligheidsventielen bij aansluiting aan de
verwarmingszijde aan de eisen conform EN 12828 en bij aanslui-
ting aan de drinkwaterzijde aan de eisen conform EN 12897 vol-
doen.
1.2.2
Reglementair gebruik
De binnenunit mag uitsluitend worden gebruikt voor de warmwater-
bereiding, als ruimteverwarmingssysteem en afhankelijk van de uit-
voering ook als ruimtekoelsysteem.
De binnenunit mag alleen overeenkomstig de instructies in deze
handleiding opgesteld, aangesloten en in bedrijf gesteld worden.
Alleen het gebruik van een door de fabrikant goedgekeurd, hiervoor
passende buitenunit is toegestaan.
ERGA04DAV3
ERGA06DAV3
ERGA08DAV3
ERGA04DAV3A
ERGA06DAV3A
ERGA08DAV3A
Tab. 1-3
Toelaatbare combinaties
Ieder ander gebruik geldt als niet-reglementair. In dat geval is de ge-
bruiker zelf aansprakelijk voor eventuele schade.
Installatie- en onderhoudshandleiding
6
EHSX04P30D
EHSX08P30D
EHSX04P50D
EHSX08P50D
EHSXB04P30D
EHSXB08P30D
EHSXB04P50D
EHSXB08P50D
EHSH04P30D
EHSH08P30D
EHSHB04P30D
EHSH08P50D
EHSHB08P30D
EHSHB08P50D
P
-
-
P
-
P
P
-
-
P
-
P
Het beoogde gebruik veronderstelt ook het naleven van de vereisten
ten aanzien van onderhoud en inspectie. Reserveonderdelen moe-
ten aan de minimale technische vereisten van de fabrikant beant-
woorden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij originele vervangende on-
derdelen.
1.2.3
Opstellingsruimte van het apparaat
WAARSCHUWING
De kunststofwand van de binnenunit kan door externe
warmte (>80 °C) smelten en in extreme gevallen vuur van-
gen.
▪ De binnenunit altijd met een minimum afstand van 1 m
t.o.v. andere warmtebronnen (> 80 °C) (bijv. elektrische
kachel, gaskachel, schoorsteen) en brandbare materia-
len plaatsen.
VOORZICHTIG
▪ De binnenunit alleen plaatsen indien een voldoende
draagkrachtige ondergrond van 1050 kg/m
heidstoeslag, wordt gegarandeerd. De ondergrond moet
vlak, waterpas en glad zijn.
▪ Een plaatsing buiten is niet toegestaan.
▪ De plaatsing in explosiegevaarlijke omgevingen is niet
toegestaan.
▪ De elektronische regeling mag in geen enkel geval aan
weersinvloeden als bijv. regen of sneeuw worden bloot-
gesteld.
▪ De boiler mag niet permanent aan direct zonlicht worden
blootgesteld, omdat UV-stralen en weersinvloeden het
kunststof aantasten.
▪ De binnenunit moet op een vorstvrije locatie worden ge-
plaatst.
▪ Garanderen dat door het waterleidingbedrijf geen agres-
sief drinkwater wordt geleverd. Eventueel is een ge-
schikter watervoorbereiding vereist.
▪ Houd beslist de minimum afstanden t.o.v. muren en andere voor-
werpen aan
(Hfst.
4.1).
▪ Neem de speciale plaatsingseisen van het koudemiddel R32 in
acht (zie
Hfst.
4.3.1).
VOORZICHTIG
▪
Indien er een DrainBack zonneverwarmingssys-
teem is aangesloten: Installeer de binnenunit ver genoeg
beneden de zonnecollectoren om het volledige legen
van het zonneverwarmingssysteem mogelijk te maken.
(Leef de aanwijzingen in het handboek van het Drain-
Back zonnesysteem na). Onvoldoende hoogteverschil
kan tot vernieling van het DrainBack zonnesysteem lei-
den.
▪ De binnenunit mag niet in vertrekken met omgevings-
temperaturen van boven de 40 °C worden gebruikt.
1.2.4
Elektrische installatie
▪ De elektrische installatie mag uitsluitend worden aangelegd door
elektrotechnisch deskundig personeel met inachtneming van de
van toepassing zijnde elektrotechnische richtlijnen en de voor-
schriften van het elektriciteitsbedrijf.
▪ Vergelijk voor het aansluiten van de stroomtoevoer de netspan-
ning op het typeplaatje van de CV-installatie (230 V, 50 Hz) met
de voedingsspanning.
▪ Scheid de voeding alvorens werkzaamheden aan onder spanning
staande onderdelen uit te voeren (schakel de hoofdschakelaar en
de zekering uit en borg deze tegen onbedoeld herinschakelen).
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
2
plus veilig-
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
008.1444099_01 – 11/2018 – NL