WAARSCHUWING
Onder de afdekkap van de binnenunit kunnen bij draaien-
de werking temperaturen van max. 90 °C optreden. Tijdens
het gebruik ontstaan warmwatertemperaturen >60 °C.
▪ Wanneer tijdens de werking componenten worden aan-
geraakt bestaat het gevaar voor brandwonden.
▪ Door vrijkomend water bij onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden kunnen er bij contact met de huid
brandwonden optreden.
▪ Binnenunit vóór onderhouds en inspectiewerkzaamhe-
den lang genoeg laten afkoelen.
▪ Draag veiligheidshandschoenen.
WAARSCHUWING
Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aanraking tot
een elektrische schok leiden en zo levensgevaarlijk letsel
en brandwonden veroorzaken.
▪ Voor werken aan onder stroom staande onderdelen, alle
stroomkringen van de installatie van de stroomvoeding
scheiden (externe hoofdschakelaar uitschakelen, zeke-
ring scheiden) en tegen onbedoeld opnieuw inschakelen
beveiligen.
▪ Opnieuw aansluiten op de elektriciteit en werkzaamhe-
den aan elektrische onderdelen mag alleen door elektro-
technisch deskundig personeel met inachtneming van
de van toepassing zijnde normen en richtlijnen en van
de instructies van het energiebedrijf.
▪ Afdekkingen en onderhoudskleppen na afloop van de
werkzaamheden direct weer monteren
1
Afdekking en warmte-isolatie afnemen ((zie
2
Functiecontrole van de binnenunit en van alle geïnstalleerde toe-
behorencomponenten (Backup-Heater, zonnesysteem) door
controle van de temperatuurweergave en de schakeltoestanden
in de afzonderlijke bedrijfsmodi uitvoeren.
3
Als er een zonnesysteem van het type DrainBack aangesloten
en in bedrijf is, die uitschakelen en de collectoren legen.
4
Bij werking van de binnenunit in een bivalent-alternatief sys-
teem; alle warmteopwekkers en de bivalentieregeling deactive-
ren.
5
Visuele controle van de algemene hoedanigheid van de binnen-
unit.
6
Visuele inspectie van het boilerpeil (vulpeilweergave).
▪ Evt. water bijvullen
(Hfst.
7.2.1) alsmede de oorzaak voor een
te laag vulpijl opsporen en verhelpen.
7
Aansluiting veiligheidsoverloop, -afvoerslang en dekselafvoer op
dichtheid, vrije afvoer en helling controleren.
▪ Maak zo nodig de veiligheidoverloop en -afvoerslang schoon en
leg die opnieuw, vervang beschadigde onderdelen.
INFORMATIE
De binnenunit is vanwege de constructie zeer onderhouds-
arm. Corrosiewerende voorzieningen (bijv. opofferingsano-
des) zijn niet nodig. Onderhoudswerkzaamheden, zoals
het vervangen van beschermingsanodes of het schoonma-
ken van de binnenkant van het voorraadvat, vervallen
daardoor.
8
Inspecteer de aansluiting van veiligheidoverloop en -afvoerslang
op lekkage, vrije uitstroming en afschot.
▪ Maak zo nodig de veiligheidoverloop en -afvoerslang schoon en
leg die opnieuw, vervang beschadigde onderdelen.
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
9
Alle elektrische onderdelen, verbindingen en leidingen controle-
ren.
▪ Beschadigde delen repareren of vervangen.
10 Waterdruk van de koudwatertoevoer controleren (<6 bar)
▪ Evt. een drukregelaar inbouwen of deze instellen.
11 Controle van de systeemwaterdruk aan de regeling RoCon+ HP
van de binnenunit.
▪ Indien nodig water in het verwarmingssysteem bijvullen tot de
12 Filter/slibafscheider controleren en reinigen.
13 Minimum debiet controleren (zie
14 Kunststof oppervlakken van de binnenunit met zachte doeken en
milde reinigingsoplossing reinigen. Geen reinigingsmiddelen met
agressieve oplosmiddelen gebruiken (beschadigen de kunststof-
oppervlakken).
15 Afdekkingen weer monteren (zie
16 Onderhoud van de buitenunit en andere op de binnenunit aan-
gesloten verwarmingscomponenten aan de hand van de bijbe-
horende installatie- en bedrijfshandleidingen uitvoeren.
17 Onderhoudsbeurt in het meegeleverde gebruikershandboek van
de binnenunit invullen.
Hfst.
4.4.2).
7.2
Afdekkap en boiler reinigen
▪ Reiniging van kunststofdelen alleen met zachte doeken en milde
reinigingsmiddelen.
▪ Geen reinigingsmiddelen met agressieve oplosmiddelen gebrui-
ken (beschadigen de kunststofoppervlakken).
7.2.1
7
Inspectie en onderhoud
INFORMATIE
Als de aansluitkabel van de optionele Backup-Heater be-
schadigd is moet de hele Backup-Heater worden vervan-
gen.
De aansluitkabel mag niet apart worden vervangen.
drukweergave binnen het toegestane bereik ligt (zie
Hfst.
7.2.2).
Inspectie- en
onderhoudswerkzaamheden
Boiler vullen, bijvullen
VOORZICHTIG
Vullen van de boiler met een te hoge waterdruk of een te
grote doorstroming kan beschadigingen aan de binnenunit
veroorzaken.
▪ Vul slechts met een waterdruk van < 6 bar en een aan-
voersnelheid van < 15 l/min.
Installatie- en onderhoudshandleiding
Hfst.
5.1.4).
Hfst.
4.4.2).
37