instAllAtie
elektrische aansluiting
10. Elektrische aansluiting
10.1 Algemeen
WAARSCHUWING elektrische schok
f Schakel het toestel voor aanvang van de werk-
zaamheden spanningsvrij in de schakelkast.
Info
De lekstroom van dit toestel kan > 3,5 mA zijn.
Info
Gebruik in combinatie met de warmtepompmanager
WPM de mengklep-servomotor HSM.
Aansluitwerken mogen enkel uitgevoerd worden door een erken-
de installateur overeenkomstig deze handleiding.
De goedkeuring van de bevoegde energiemaatschappij (EVU) moet
beschikbaar zijn om het toestel te kunnen aansluiten.
f Houd rekening met het hoofdstuk "Voorbereidingen / Elektri-
sche installatie".
10.2 Elektrische aansluiting
Info
f Voordat u de elektrische aansluiting tot stand
brengt, moet u de verwarmingsinstallatie vullen (zie
hoofdstuk "Montage/aansluiting van het verwar-
mingswater").
De aansluitklemmen bevinden zich in de schakelkast van het toe-
stel onder de bovenste afdekking.
Voor de aansluitingen dient u elektriciteitskabels te gebruiken
conform de voorschriften.
f Demonteer de afdekking (zie hoofdstuk "Storingen verhel-
pen / Ommantelingsdelen demonteren").
f Verwijder het achterste isolatiekap.
f Plaats de stroomkabels door de doorvoer van de voorste iso-
latiekap.
f Steek de elektrische kabels daarna door de trekontlastingen.
f Controleer de goede werking van de trekontlastingen.
f Steek alle aansluit- en sensorkabels door de daarvoor voor-
ziene doorvoer in de achterwand.
10.2.1 Compressor en elektrische nood-/bijverwarming
toe-
Werking van de elektrische nood-/bijverwarming
stelfunctie
Mono-energe-
De elektrische nood-/bijverwarming waarborgt de verwar-
tisch bedrijf
mingsmodus en genereert hogere warmwatertemperaturen,
wanneer het bivalentiepunt te laag is.
Noodwerking Wanneer de warmtepomp bij een storing uitvalt, wordt het
verwarmingsvermogen overgenomen door de elektrische
nood-/bijverwarming.
www.stiebel-eltron.com
U kunt kiezen tussen twee aansluitmogelijkheden. De compres-
soraansluiting blijft eenfasig.
Aansluitmogelijkheid
Aansluittype
A
gescheiden aansluiting voor compressor en
nood-/bijverwarming
B
aansluiting voor compressor en nood-/bijver-
warming met 5-aderige kabel
Aansluitmogelijkheid A (230 V)
f Sluit de elektriciteitskabels aan, zoals op de volgende afbeel-
ding wordt getoond.
XD1 Compressor (inverter)
L, N, PE
XD1 elektrische nood-/bijverwarming (nHz)
L', L", N', N", PE
XD3 Stuurspanning
L, N, PE
f Leid alle elektriciteitskabels door de trekontlastingen. Con-
troleer de goede werking van de trekontlastingen.
Als geen spanning wordt aangesloten op het vrijgavesignaal van
de energiemaatschappij, start de warmtepomp niet op.
f Installeer een brug tussen EVU1 en EVU2, wanneer er geen
rondstuurontvanger aangesloten wordt.
Aansluitmogelijkheid B (400 V)
f Sluit de elektriciteitskabels aan, zoals op de volgende afbeel-
ding wordt getoond.
XD1 Compressor (inverter)
elektrische nood-/bijverwarming (nHz)
L1, L2, L3, N, PE
XD3 Stuurspanning
L, N, PE
f Verbind aansluitingen N, N' en N" met een brug.
HPG-I (C)S Premium |
15