Aandraaimomenten voor het vastdraaien
A2/A4,
Hardheidsklasse
70
DIN912 / DIN933
M6
7 Nm
M8
17 Nm
M10
33 Nm
M12
57 Nm
M16
140 Nm
M20
273 Nm
8.2 De isolatieweerstand testen
Ga als volgt te werk om de isolatieweerstand te
controleren:
1. Koppel de voedingskabel los.
2. Meet de weerstand met een isolatietester. De
meetwaarde van de DC-spanning is 1000 V.
Tijdens de inbedrijfstelling moet aan de
isolatieweerstand van 20 MΩ worden voldaan of deze
worden overschreden. Voor aanvullende metingen
moet de waarde groter zijn dan 2 MΩ.
Een lage isolatieweerstand geeft aan dat er vocht kan
zijn binnengedrongen in de kabel en/of de isolatie van
de motor. Sluit de pomp niet aan en neem contact op
met Grundfos.
8.3 De waaier vervangen
De stationaire slijtring bepaalt de opening tussen
de waaier en de inlaat. Als deze opening te groot
is, neemt de pompcapaciteit af en kan dit leiden
tot storingen in de waaier. De slijtring kan worden
vervangen, wat de slijtage aan de inlaat en de waaier
en daardoor de kosten voor reserveonderdelen
vermindert.
1. Draai de schroeven op het afdichtingshuis los en
verwijder deze.
2. Verwijder het pomphuis van het afdichtingshuis.
3. Plaats het pomphuis op een stevige ondergrond.
4. Houd de waaier stabiel met geschikt gereedschap
en verwijder de waaierbevestiging.
5. Verwijder de waaier van de as.
6. Reinig de as.
7. Bevestig een nieuwe waaier aan de as.
Zorg ervoor dat de glijdende oppervlakken
onbeschadigd blijven.
8. Houd de waaier stabiel met geschikt
gereedschap, plaats dan een nieuwe
waaierbevestiging en draai deze vast.
16
9. Monteer het pomphuis met het afdichtingshuis.
10. Nadat de montage is voltooid, controleert u of de
A2/A4,
Hardheidsklasse
80
8.4 Onderhoud van kogellagers
Controleer de as op luidruchtig of zwaar lopen door
11,8 Nm
de as met de hand te draaien. Vervang defecte
kogellagers.
28,7 Nm
In geval van defecte kogellagers of een
58 Nm
slecht functionerende motor dient de pomp
normaal gesproken te worden gereviseerd. Deze
100 Nm
werkzaamheden dienen door Grundfos of een erkend
245 Nm
servicebedrijf te worden uitgevoerd.
494 Nm
8.5 Olie controleren en verversen
Als de pomp nieuw is of de asafdichting is vervangen,
controleert u het oliepeil en het watergehalte na één
week in bedrijf. Als er meer dan 20% extra vloeistof
(water) in de oliekamer zit, dan is de asafdichting
defect.
De onderstaande tabel geeft de hoeveelheid olie in
de oliekamer aan:
waaier met de hand kan worden gedraaid.
Gebruik alleen originele onderdelen.
Gebruik Shell Ondina X420 olie of een
vergelijkbaar type.
Voer gebruikte olie af in overeenstemming
met de lokale voorschriften
VOORZICHTIG
Systeem onder druk
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
De oliekamer staat mogelijk onder
druk. Draai de schroeven voorzichtig
los en verwijder ze niet voordat de druk
volledig is afgelaten.
Vervang na 3000 bedrijfsuren of ten
minste eenmaal per jaar de olie in de
oliekamer zoals hieronder beschreven. De
olie moet ook worden ververst als de
asafdichting vervangen is.
Pomptype
AP40
AP50
AP51 (1,2 kW)
Hoeveelheid [l]
0,01
0,8
0,01