nl Pan controleren
Raak
aan om naar de basisinstellingen te gaan.
3.
a
en
alsmede branden afwisselend als voorin-
stelling.
Raak het symbool
4.
wenste functie wordt weergegeven.
15
Pan controleren
Met deze functie kunt u de snelheid en de kwaliteit van
het kookproces afhankelijk van het kookgerei controle-
ren.
Het resultaat is een referentiewaarde en hangt af van
de eigenschappen van het kookgerei en de gebruikte
kookzone.
Meer informatie over deze functie krijgt u onder
→ "Basisinstellingen", Pagina 15 en over de soort,
grootte en positionering van het kookgerei onder
→ "Koken met inductie", Pagina 7.
15.1 Procedure voor het controleren van het
kookgerei
Plaats de pan bij kamertemperatuur en met ca. 200
1.
ml water in het midden op die kookzone, waarvan
de diameter het best bij de diameter van de bodem
van de pan past.
Roep de basisinstellingen op en kies .
2.
Op of
tippen. Op de kookzone knippert de
3.
indicatie .
a De functie is geactiveerd.
a Na 10 seconden verschijnt het resultaat op het
kookzonedisplay.
16
net zo vaak aan tot de ge-
Kies de gewenste instelling met
5.
Raak
gedurende 4 seconden aan.
6.
a De instellingen zijn opgeslagen.
14.3 De basisinstellingen afsluiten
Raak
aan om de kookplaat uit te schakelen.
▶
Opmerking: Is de gebruikte kookzone veel kleiner dan
de diameter van het kookgerei, dan zal waarschijnlijk
alleen het midden van de pan warm worden en valt het
resultaat mogelijk niet optimaal of naar tevredenheid
uit.
15.2 Resultaat controleren
In de volgende tabel kunt u het resultaat van de kwali-
teit en de snelheid van het kookproces controleren:
Resultaat
Het kookgerei is voor de kookzone niet
geschikt en wordt daarom niet opge-
1
warmd.
Het kookgerei warmt langzamer op dan
verwacht en het kookproces verloopt
niet optimaal.
Het kookgerei wordt goed warm en het
kookproces is in orde.
1
Wanneer een kleinere kookzone aanwezig is, het
kookgerei op deze kookzone testen.
Raak of
aan om de functie te activeren.
of .
1