Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruikerswachtwoord; Beheerderswachtwoord; Een Wachtwoord Instellen, Wijzigen Of Wissen; Een Opstartapparaat Selecteren - Lenovo ThinkCentre 8011 Handboek

Verberg thumbnails Zie ook voor ThinkCentre 8011:
Inhoudsopgave

Advertenties

v Ze bevatten minimaal één letter, één cijfer en één symbool
v Ze bevatten ten minste een van de volgende symbolen: , . / ` ; ' []
v U kunt ook spaties gebruiken
v Wachtwoorden voor het programma Setup Utility en vaste-schijfwachtwoorden
v Ze zijn geheel verschillend van uw naam of gebruikersnaam
v Ze vormen geen bekend woord of bekende naam
v Ze verschillen wezenlijk van uw eerdere wachtwoorden

Gebruikerswachtwoord

Als er een gebruikerswachtwoord is ingesteld, wordt de gebruiker elke keer als hij
de computer inschakelt, gevraagd dat wachtwoord op te geven. De computer kan
pas worden gebruikt als het juiste wachtwoord via het toetsenbord is opgegeven.

Beheerderswachtwoord

Het beheerderswachtwoord voorkomt dat de instellingen in het programma Setup
Utility door onbevoegden worden gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor de
instellingen van diverse computers, is het verstandig met een beheerders-
wachtwoord te werken.
Als er een configuratiewachtwoord is ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het
programma Setup Utility wilt starten een wachtwoordaanwijzing.
Als u zowel een systeem- als een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, kunt u
een van beide wachtwoorden opgeven. Als u echter van plan bent uw configuratie-
instellingen te wijzigen, moet u het beheerderswachtwoord opgeven.

Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen

U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal 12 tekens (A-Z, a-z en 0-9)
1. Start het programma Setup Utility (zie Hoofdstuk 5, "Het programma Setup
2. In het menu van het programma Setup Utility selecteert u Security.
3. Selecteer Set Passwords. Bekijk de informatie die aan de rechterkant van het

Een opstartapparaat selecteren

Als de computer niet opstart vanaf een bepaald apparaat, zoals een CD-ROM, dis-
kette of vaste schijf, gebruikt u een de volgende procedures om een opstart-
apparaat in te stellen.

Een tijdelijk opstartapparaat selecteren

Gebruik deze procedure om op te starten vanaf een willekeurig apparaat.
Opmerking: Niet alle CD's, vaste schijven en diskettes zijn opstartbaar.
1. Zet de computer uit.
50
Handboek voor de gebruiker
zijn niet hoofdlettergevoelig.
gebruiken.Zie "Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden" op
pagina 49.
Utility gebruiken", op pagina 49).
scherm wordt afgebeeld.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave