Night-Scope
In deze stand worden donkere voorwerpen of
gebieden nog lichter gemaakt dan ze al bij
goede, natuurlijk belichting zouden zijn. Het
beeld krijgt mogelijk een stroboscoopeffect
vanwege de lange sluitertijd.
1
Zet de aan/uit-knop op "REC".
2
Zet de opnamestand op "M". (
3
Druk op NIGHT. Hierdoor verschijnt de Night-
Scope-aanduiding "
● De sluitertijd wordt automatisch aangepast, waardoor
een 25 maal hogere gevoeligheid wordt bereikt.
● " " verschijnt naast "
automatisch wordt aangepast.
Night-Scope uitschakelen
Druk nogmaals op NIGHT. Hierdoor verdwijnt de
Night-Scope-aanduiding.
OPMERKINGEN:
● Tijdens Night-Scope kunt u "OPHELDEREN" of
"STABIEL" in het menu INSTELLING
(
33)
blz. 32,
niet inschakelen.
● U kunt Night-Scope niet tegelijkertijd met
"SNEEUW" of "SPORT" of "PROGRAM AE" of alle
functies van "SLUITER"
● In de stand Night-Scope kan het lastig zijn om de
camcorder scherp te stellen. U kunt dit vermijden
door een statief te gebruiken.
Momentopnames (Stilstaand beeld
opnemen op band)
Deze functie biedt u de mogelijkheid op band
stilbeelden vast te leggen die lijken op foto's.
1
Zet de schakelaar VIDEO/MEMORY op "VIDEO".
2
Zet de aan/uit-knop op "REC".
3
Zet de opnamestand op "M". (
4
Selecteer "
" en stel "STIL/LANGZ" in op "STIL".
(
blz. 31, 33) De Live Slow-aanduiding "
weergegeven.
5
Druk op SNAPSHOT.
● U hoort het geluid van een sluiter.
● De aanduiding "PHOTO" verschijnt en er wordt
gedurende zes seconden een stilbeeld
opgenomen. Vervolgens wordt de camera weer in
de stand Opnamestand-by geplaatst.
● Het is ook mogelijk om tijdens het opnemen
momentopnames te maken. Gedurende ongeveer
5 seconden wordt de momentopname gemaakt,
waarna de normale opname wordt hervat.
blz. 15)
".
" terwijl de sluitertijd
inschakelen. (
blz. 41)
blz. 15)
" wordt
OPNAMEFUNCTIES
● Snapshot is van kracht wanneer de opnamestand
is ingesteld op "A" of "M".
● Momentopnames kunnen niet worden gebruikt
wanneer de 16:9-breedbeeldstand
(16:9-aanduiding) is geselecteerd.
Motordrivestand
Als u in stap 5 SNAPSHOT ingedrukt houdt,
krijgt u hetzelfde effect als wanneer u foto's zou
nemen met een motordrive. (Interval tussen
stilbeelden: ongeveer 1 seconde)
● De motordrivestand wordt uitgeschakeld wanneer
u "OPNEMEN OP" instelt op "
(
blz. 34)
Handmatig scherpstellen
Dankzij het Full Range AF-systeem kunt u
continu opnames maken gaande van close-up
(minimale afstand slechts 5 cm tot het
onderwerp) tot oneindig.
Of de camera echter ook goed scherpstelt, is
afhankelijk van de opnamesituatie. Gebruik in dit
geval de handmatige scherpstelling.
1
Zet de aan/uit-knop op
"REC".
2
Zet de opnamestand
op "M". (
blz. 15)
3
Druk op FOCUS. De
aanduiding voor
handmatig scherpstellen
verschijnt.
4
Druk op
of
om op
een onderwerp scherp te stellen.
● Als u niet verder of dichterbij kunt scherpstellen,
gaat "
" of "
" knipperen.
5
Druk op SET. Het scherpstellen is voltooid.
Teruggaan naar automatisch scherpstellen
Druk tweemaal op FOCUS.
VERVOLG OP VOLGENDE BLADZIJDE
37
NE
/
".
Aanduiding
handmatig
scherpstellen