Inhoudsopgave
Advertenties
4‐34
Problemen en oplossingen
Testen van ethernetkabels
Lokale test - hulpkabels
Externe test - trajectkabel
P/N 7179665_01
Testapparatuur voor ethernetkabels bestaat doorgaans uit twee afzonderlijke
eenheden: een hoofdeenheid en een externe eenheid. Gebruik de
hoofdeenheid op zich voor het testen van hulpkabels en beide eenheden
voor het testen van kabels nadat ze door de leiding zijn getrokken en
aangesloten op de afsluitmodules.
1. Sluit beide RJ45-stekkerpennen aan op de hoofdeenheid.
2. Schakel de eenheid aan. Een rode LED gaat knipperen om aan te geven
dat een test wordt uitgevoerd.
3. Let op de LED's voor kabeltest. Als deze allemaal groen zijn, is de kabel
in orde. Als een of meerdere LED's rood knipperen, is de kabel defect en
moet u deze vervangen.
1. Sluit het ene uiteinde van een al geteste hulpkabel aan in de
afsluitmodule die aan de trajectkabel is verbonden. U beschikt aan de
trajectkabel zo over twee RJ45-stekkerpennen om aan te sluiten aan de
tester.
2. Sluit het andere uiteinde van de hulpkabel aan op de externe eenheid.
3. Steek de RJ45-stekkerpen aan het netwerkinterface-uiteinde van de
trajectkabel in de hoofdeenheid van de kabeltester.
4. Schakel de hoofdeenheid in.
5. Let op de kabelpaar-LED's op de externe eenheid.
S
Als alle LED's groen zijn, is de trajectkabel in orde.
S
Wanneer een of meerdere LED's rood knipperen, zijn de
aansluitingen van de afsluitmodule verkeerd of onvolledig bedraad of
is de kabel zelf defect.
Controleer of de kabelaansluitingen aan de afsluitmodule correct zijn.
Controleer elke aansluiting. Als een aansluiting vermoedelijk slecht is, kunt u
de kabel loshalen uit de module en deze dichterbij de mantel opnieuw vast
ponsen.
Als de aansluitingen van de afsluitmodule in orde zijn, is de kabel zelf defect
en moet u deze vervangen.
E 2013 Nordson Corporation
Advertenties
Inhoudsopgave
