Inhoudsopgave
Advertenties
Storingzoeken voor HDLV-pomp
Foutcodes voor pompbesturing
Fout-
code
Melding
571
System heartbeat
lost
(Hartritmesignaal
systeem
weggevallen)
572
5/24 volt power
(Voeding met 5/24
volt)
573
Error writing to
internal EEPROM
(Schrijffout naar
interne EEPROM)
574
Error reading to
internal EEPROM
(Leesfout naar
interne EEPROM)
575
Node address
changed from last
power up
(Knooppuntadres
gewijzigd na laatste
machinestart)
576
Internal database
version changed -
resetting to defaults
(Inwendige
databaseversie
gewijzigd -
terugstellen naar
standaardwaarden)
577
Preset out of range
(Preset buiten
bereik)
701
Pattern servo fault
(storing
patroonservo)
702
Pump servo fault
(storing pompservo)
E 2013 Nordson Corporation
Zie de pomphandleiding voor meer gedetailleerde informatie over
problemen, oplossingen en reparaties.
Tabel 4‐5 Foutcodes voor pompbesturing
Controleer de aansluitingen op de printplaat.
Controleer de aansluitingen op de printplaat.
Hardwarefout. Vervang de kaart.
Hardwarefout. Vervang de kaart.
Opgeslagen adres komt niet overeen met huidig adres. Adresschakelaars zijn
gewijzigd. Alleen informatieve melding.
Er is een update gedetecteerd naar de database, de huidige data is niet langer
geldig. Alleen informatieve melding, niet van invloed op de werking.
De naar het externe apparaat gezonden preset was buiten het bereik. Controleer
de presetinstellingen en stel terug indien vereist.
Magneetklepweerstand werd niet gedetecteerd of was foutief terwijl het apparaat
niet werd getriggerd. Als de magneetklep niet bekrachtigd is, controleert het
systeem de weerstand ervan. Deze storingen treden op als er geen weerstand of
geen correcte weerstand wordt gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de
doseerklepbedrading. Controleer de werking van de magneetklep. Vervang de
magneetklep als deze niet goed werkt.
Magneetklepweerstand werd niet gedetecteerd of was foutief terwijl het apparaat
niet werd getriggerd. Als de magneetklep niet bekrachtigd is, controleert het
systeem de weerstand ervan. Deze storingen treden op als er geen weerstand of
geen correcte weerstand wordt gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de
doseerklepbedrading. Controleer de werking van de magneetklep. Vervang de
magneetklep als deze niet goed werkt.
Problemen en oplossingen
Oorzaak/Correctie
4‐11
Vervolg...
P/N 7179665_01
Advertenties
Inhoudsopgave
