5-10
Reparatie
28
Slanggeleiders
22
Afb. 5-11
Monteren van pistoolgreephelften en benedenstuk
20. Dubbele geribde aansluiting
22. Benedenstuk
P/N 7146840A02
7. Breng de zeskante pennen in lijn met hun pasbussen en druk de
greephelften tegen elkaar.
8. Zie afbeelding 5-11. Haal de connectors aan de kabel (28) door naar de
voorkant van de pistoolgreep en schuif de inlaatbuis (23) door de
buisgeleiders in de pistoolgreep terwijl u de kabel (28) zoals afgebeeld
door de pistoolgreep haalt. Stop zodra het benedenstuk op ca. 3,25 tot
5 cm is gekomen van de pistoolgreep.
9. Koppel de doorzichtige 4-mm slang (onderdeel 4 van filtereenheid) aan
de geribde aansluiting (20) in de pistoolgreep.
Doorzichtige slang
23
23. Inlaatbuis
10. Zie afbeelding 5-9. Haak de aardingsgreep (27) vast achter de
pasnokjes aan de achterkant van de greephelften en draai de
aardingsgreep in positie tegen de pistoolgreep.
11. Zie afbeelding 5-12. Bevestig het benedenstuk (22) aan de pistoolgreep
met de twee M3 x 20 schroeven (12). Zet de schroeven alleen nog
handvast.
20
28
28. Kabel
E 2008 Nordson Corporation