3
3-9 Over de Setup
De eerste keer dat u Setup uitvoert, moet u gebruikmaken van het Bedieningspaneel
van de EX7750. Configureer ten minste de serverinstellingen, netwerkinstellingen
en printerinstellingen, in deze volgorde. Na de eerste Setup kunt u Setup-opties
wijzigen vanaf het Bedieningspaneel (zie
of Command WorkStation (zie
opties kunt u met een van deze methoden instellen.
Als u de overige Setup-opties niet configureert, worden de standaardinstellingen
gebruikt door de EX7750. U moet de juiste instellingen opgeven voor de
afdrukomgeving op uw locatie.
Lokale Setup vanaf de EX7750
U kunt de Setup ook lokaal uitvoeren vanaf de EX7750 via de Setup van de FieryBar.
Sommige instellingen die u opgeeft in de Setup configureren het Server-proces
(zoals standaardinstellingen voor afdruktaken). Andere instellingen configureren
de Windows XP Workstation-omgeving (zoals de systeemdatum en de systeemtijd).
Afhankelijk van de instellingen die u wijzigt in de Setup, moet u de FieryBar of
Windows XP opnieuw starten om de wijzigingen te bekrachtigen.
De Setup-opties voor lokale Setup zijn ingedeeld in drie groepen:
Algemene instellingen
Netwerkinstellingen
Printerinstellingen
"EX7750 Bedieningspaneel"
"Toegang tot Setup"
Systeeminstellingen, wachtwoorden en
takenlogboekopties
Alle actieve netwerksysteeminstellingen die afdruktaken
verzenden naar de EX7750 en beschikbare services
EX7750-afdrukverbindingen die beschikbaar moeten
worden gemaakt voor de gebruikers, en PostScript- en
standaard kleureninstellingen voor taken
op pagina 4-3)
op pagina 5-1). De meeste Setup-