De laadindicator
De laadindicator geeft de laadtoestand van de batterij als volgt weer:
Laadindicator
Laadindicator
Uit
Aan
Knippert
2
O
Gebruik de lader met de stekkeradapter voor uw land of regio.
Bevestig geen etiketten of andere voorwerpen op de batterij. Het niet in
acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan het verwijderen van de
batterij uit de camera onmogelijk maken.
Voorkom dat de batterijpolen worden kortgesloten. Anders kan de batte-
rij oververhit raken.
Lees de voorzorgsmaatregeln in "De batterij en stroomvoeding".
Gebruik alleen batterijladers die bedoeld zijn voor gebruik met de batte-
rij. Anders kan de batterij en/of de batterijlader defect raken.
Probeer niet de labels van de batterij te halen of de behuizing te openen.
Een batterij die niet wordt gebruikt, verliest langzaam haar lading. Laad
de batterij een of twee dagen vóór gebruik op. Als de batterij niet kan
opladen, heeft deze het einde van haar levensduur bereikt en moet deze
worden vervangen.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer deze niet in gebruik is.
Verwijder vuil van de batterijpolen met een schone, droge doek. Neemt
u deze voorzorgsmaatregel niet in acht, dan kan de batterij mogelijk niet
worden opgeladen.
Merk op dat de laadtijden bij lage temperaturen toenemen.
28
Laadtoestand
Laadtoestand
Batterij niet geplaatst.
Batterij volledig opge-
laden.
De batterij wordt opge-
laden.
Batterij defect.
Handeling
Handeling
Plaats de batterij.
Verwijder de batterij.
—
Haal de lader uit het stop-
contact en verwijder de
batterij.