Probleemoplossing
Raadpleeg de onderstaande tabel indien u problemen on-
dervindt met uw camera. Als u hier geen oplossing vindt,
neemt u contact op met uw lokale FUJIFILM-dealer.
Voeding en batterij
Probleem
Probleem
De camera kan niet
worden ingeschakeld.
Het scherm gaat niet aan.
De batterij raakt snel
leeg.
De camera wordt plotse-
ling uitgeschakeld.
Het opladen start niet.
Het opladen verloopt
traag.
•
De batterij is leeg: Laad de batterij op of plaats een volledig
opgeladen reservebatterij (
•
De batterij is niet goed geplaatst: Plaats de batterij nogmaals
en in de juiste richting (
•
De afdekkap van het batterijvak is niet vergrendeld: Vergrendel
de afdekkap van het batterijvak (
Het scherm gaat mogelijk niet aan als de camera wordt uitgezet
en zeer snel daarna weer wordt aangezet. Druk de ontspanknop
half in om het scherm aan te zetten.
•
De batterij is koud: Warm de batterij op in een van uw zakken
of op een andere warme plaats en stop de batterijen pas
vlak voordat u gaat fotograferen in de camera.
•
Er zit vuil op de polen van de batterij: Maak de polen van de
batterij schoon met een zachte, droge doek.
•
AAN is geselecteerd voor
PRE-AF: Schakel PRE-AF uit (
•
De batterij is heel vaak opgeladen: Het einde van de levensduur
van de batterij is bereikt. Koop een nieuwe batterij.
De batterij is leeg: Laad de batterij op of plaats een volledig
opgeladen reservebatterij (
Plaats de batterij in de juiste richting in de batterijlader en sluit
de lader aan op een stopcontact (
Laad de batterij op bij kamertemperatuur.
Oplossing
Oplossing
P
27).
P
30).
P
30).
G
AF/MF INSTELLINGEN >
P
99).
P
27).
P
27, 30).
12
233