LICHTMEETSYSTEEM
Kies hoe de camera de belichting meet.
O
De geselecteerde optie treedt alleen in werking wanneer
INSTELLINGEN > INST. GEZICHTS-/OOGHERKEN. op UIT staat.
Modus
Modus
o
MULTI
p
CENTRUMGEORIËNTEERD
v
SPOT
w
INTEGRAAL
De camera bepaalt de belichting direct op basis van een
analyse van de compositie, kleur en de verdeling van de
helderheid. Aanbevolen voor de meeste situaties.
De camera meet het gehele beeld maar wijst het grootste
gewicht toe aan het gebied in het midden.
De camera meet de lichtomstandigheden in het midden
van het beeld, in een gebied dat overeenkomt met ca. 2%
van het totaal. Aangeraden bij onderwerpen die vanachter
belicht worden, en in andere gevallen waar de achtergrond
beduidend helderder of donkerder is dan het belangrijkste
onderwerp.
De belichting wordt ingesteld op basis van het gemiddel-
de van het gehele beeld. Zorgt voor dezelfde belichting bij
meerdere foto's met hetzelfde licht en is in het bijzonder
eff ectief voor het fotograferen van landschappen en het
maken van portretten van onderwerpen met witte of
zwarte kleding.
OPNAME-INSTELLINGEN
G
Beschrijving
Beschrijving
AF/MF
6
107