Onderdelen van de camera
De Keuzeknop
Druk de keuzeknop omhoog (e), naar
rechts (h), omlaag (f) of naar links (g)
om items te markeren. De toetsen om-
hoog, naar rechts, omlaag en naar links
functioneren ook als functietoetsen Fn6
P
tot Fn9 (
180).
1
Bedieningsvergrendeling
Om onopzettelijke bediening van de keuzeknop en de Q en Fn5 knoppen te
X
voorkomen tijdens het fotograferen, druk op MENU/OK totdat
wordt weerge-
geven. De bedieningsknoppen kunnen worden ontgrendeld door op MENU/OK
X
te drukken totdat
niet langer wordt weergegeven.
De Scherpstellingstok
Kantel of druk op de scherpstellingstok
om het scherpstelgebied te selecteren.
De Sluitertijd- en Gevoeligheidsschijven
Druk op de schijfontgrendeling om de
schijf te ontgrendelen vòòr het draaien
naar de gewenste instelling. Druk op-
nieuw op de ontgrendeling om de schijf
op zijn plaats te vergrendelen.
Gevoelig-
Sluitertijd
heid
5