G
AF/MF INSTELLINGEN
Pas de scherpstelinstellingen aan.
Om de scherpstelinstellingen aan te
passen, drukt u op MENU/OK in de opna-
meweergave en selecteert u het tabblad
G (AF/MF INSTELLINGEN).
N
De beschikbare opties verschillen per geselecteerde opnamemodus.
SCHERPSTELGEBIED
Kies het scherpstelgebied voor de automatische scherpstelling,
handmatige scherpstelling en scherpstelzoom.
SCHERPSTELLING
Kies de AF modus voor de scherpstelmodi S en C.
Optie
Optie
De camera stelt scherp op het onderwerp in het geselecteerde
scherpstelpunt. Het aantal beschikbare scherpstelpunten kan wor-
r
den geselecteerd met behulp van
ENKEL PUNT
AANTAL FOCUSPUNTEN. Gebruik deze optie om scherp te
stellen op een geselecteerd onderwerp.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het geselecteerde
y
scherpstelgebied. Scherpstelgebieden bevatten meerdere scherp-
ZONE
stelpunten, waardoor het gemakkelijker wordt om scherp te stellen
op bewegende onderwerpen.
In scherpstelmodus C traceert de camera scherpstelling op het
onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt terwijl de sluiter-
z
knop half wordt ingedrukt. In scherpstelmodus S stelt de camera
automatisch scherp op contrastrijke onderwerpen; de gebieden
GROOTHOEK/
TRACKING
waarop wordt scherpgesteld worden in het scherm weergegeven.
De camera kan mogelijk niet scherpstellen op kleine voorwerpen
of snel bewegende onderwerpen.
AF/MF INSTELLINGEN
SCHERPSTELGEBIED
SCHERPSTELLING
AF-MODUS OPSL. DR ORIËNT.
SNELLE AF
AF-PUNTDISPLAY
AANTAL FOCUSPUNTEN
PRE-AF
INST. GEZICHTS-/OOGHERKEN.
Beschrijving
Beschrijving
G
AF/MF INSTELLINGEN >
VERLATEN
6
97