Een lens bevestigen
De camera kan gebruikt worden met lenzen voor het
FUJIFILM G-bevestigingspunt.
Verwijder de behuizingsdop van de ca-
mera en de achterste dop van de lens.
Plaats de lens op het bevestigingspunt,
houd de markering op de lens en de
camera op één lijn en draai vervolgens
2
aan de lens totdat deze op zijn plaats
klikt.
O
Raak de interne delen van de camera niet aan. Druk niet op de ontgren-
delingsknop van de lens tijdens het bevestigen van de lens en zorg dat
de vergrendeling stevig op zijn plaats is geklikt.
Lenzen verwijderen
Schakel, om de lens te verwijderen, de camera
uit en druk vervolgens op de ontgrendelings-
knop van de lens en draai aan de lens zoals
aangeduid.
O
Om te voorkomen dat stof zich ophoopt op
de lens of in de camera, plaatst u de lenskap-
pen en de behuizingsdop van de camera
terug wanneer de lens niet is bevestigd.
Lenzen en andere optionele accessoires
De camera kan gebruikt worden met lenzen en accessoires voor het FUJIFILM
G-bevestigingspunt.
O
Vóór het vastmaken of verwijderen (verwisselen) van lenzen, bevestigt
u de lensdoppen en controleert u of de lenzen geen stof of vreemde
substanties bevatten. Verwissel lenzen niet in direct zonlicht of onder een
heldere lichtbron omdat licht dat direct in de binnenkant van de camera
schijnt, storingen kan veroorzaken.
26