Electric Power Generation
Digitale spanningsregelaar D550
5.2.17.3. Monitoring van statorstroom
Deze beveiliging wordt geactiveerd door het selecteren van "Inschakelen I stator Max" en door
het geven van waarden voor maximale stroom die de generator kan weerstaan (bij nominale
statorstroom). Een dergelijke overspanning kan zich voordoen wanneer het netwerk herstelt na
een netwerkcodefout, als het verschil tussen hoekpositie van de rotor en elektrische hoek te groot
is.
De meting van overspanning wordt uitgevoerd met een specifieke CT verbonden aan een
"Netwerkcode"-CT-ingang. Waarden voor de primair en secundair moeten op de "Bekabelings"-
pagina worden ingesteld. Hieronder staat een voorbeeld met een op "2" ingestelde coëfficiënt.
Opmerking: Aangezien de overspanning erg snel is, wordt de foutstatus geen
automatische resetfout.
De overspanningsstatus kan worden toegewezen aan een logische uitgang of in een logische
functie worden gebruikt. Hieronder een voorbeeld met deze fout aangepakt op uitgang DO2 in
"Ingangen/Uitgangen-pagina".
Stroommeting netwerkcode
Statusvlag overspanning
5.2.17.4. Monitoring pooldaling
Deze detectie is alleen mogelijk als een encoder is geïnstalleerd en bekabeld aan de
encoderingang op de EasyLog PS-optie verbonden aan de D550.
Deze functie wordt geactiveerd door het selecteren van "Inschakelen detectie van pooldaling" en
door het invoeren van waarden voor de verschillende parameters:
Alarm hoekwaarde (in graden)
•
Maximale hoek (in graden)
•
Encoderresolutie (in punten)
•
Encoder offset
•
Aantal generatorpoolparen
•
Installatie en onderhoud
Maximale meting
8 keer nominaal
98
5744 nl - 2024.01 / e