Electric Power Generation
Digitale spanningsregelaar D550
Netwerkstroommeting voor "voedingsfactorregulering bij het leveringspunt" of de
•
"netwerkcode
Voor vermogensfactorregulering bij het leveringspunt of voor netwerkcode staan de meetingangen voor
de parallelle werking CT en de netwerkstroommeting CT vast:
De parallelle werking CT moet op fase U worden ingebouwd.
•
De netwerkkruisstroom CT moet op fase V worden ingebouwd.
•
Aansluiting
Alternatorstroommeting
CT (ingebouwd op fase U)
en kruisstroommeting CT
(ingebouwd op fase V)
Opmerking: Als de CT's niet op de aangegeven fasen zijn geïnstalleerd, kan de fasehoek nog
worden veranderd in de configuratie.
2.4. Voorzorgsmaatregelen voor bedrading
Kabels mogen nooit langer dan 100 m zijn.
Om te kunnen voldoen aan de normen IEC 61000-6-2, IEC 61000-6-4, IEC 60255-26, is het absoluut
noodzakelijk afgeschermde kabels te gebruiken als de D550 buiten de aansluitkast wordt geïnstalleerd.
De totale ohm-waarde van de bekrachtigerslus (uit en terug) mag niet groter zijn dan 5% van de
bekrachtigersweerstand, ongeacht de kabellengte.
De totale ohm-waarde van de bekrachtigerslus (uit en terug) mag niet groter zijn dan 5% van de
bekrachtigersweerstand, ongeacht de kabellengte.
Ter informatie: de weerstand bij 20°C in mΩ/m voor koperdraad is ongeveer:
Berekeningsvoorbeeld:
Voor een 10Ω bekrachtiger
Maximale kabelweerstand = 0,5Ω (2 x 0,25Ω)
•
Kruisdoorsnede als een functie van de afstand tussen de AVR en de alternator:
•
Installatie en onderhoud
Kruisdoorsnede (mm²)
1,5
2,5
4
6
10
Afstand (m)
Kruisdoorsnede (mm²)
30
50
75
100
25
Elektrisch schema
Weerstand (mΩ/m)
13,3
7,98
4,95
3,3
1,91
2,5
4
6
10
5744 nl - 2024.01 / e