Electric Power Generation
Digitale spanningsregelaar D550
5.2.8.2. Spanningsregulering
R
P
Deze regulering moet altijd actief zijn, selecteer daarom "Altijd actief" in het uitklapmenu.
•
Het referentiepunt wordt bepaald door een vaste waarde in het tabblad "Intern instelpunt", of
•
door een analoge ingang, de bron, het type en het bereik, die moeten worden gedefinieerd in
het tabblad "Instelpunt van analoge ingang".
Als "Intern instelpunt" is geselecteerd, vul dan de spanningsreferentiewaarde in. Deze
•
waarde kan ook via de veldbus worden gewijzigd.
Als de optie "Analoge ingang" is geselecteerd, wordt het gedeelte "Instelpunt van analoge
•
ingang" actief. Selecteer het gewenste hokje voor analoge ingang, bepaal de modus ervan (+/-
10 V, 0/10 V, 4-20 mA, potentiometer) en de spanningswaarden op 0% en 100%.
Opmerking: Door de cursor te bewegen, kan men de verkregen waarden zien van de
spannings- en onderfrequentiecurven die rechts worden getoond.
De limiet van deze referentie moet worden vastgesteld, afhankelijk van de capaciteit van de
•
machine (in het onderstaande voorbeeld, is de minimale spanningsreferentie 0% van 400 V,
en de maximale spanningsreferentie is 100% van 400 V).
De spanningsaansluitingen kunnen omgewisseld: de minimale spanning voor 100% van de analoge ingang, en de
9
maximale spanning voor 0% van de analoge ingang.
Installatie en onderhoud
Cursor
71
5744 nl - 2024.01 / e
9