Electric Power Generation
Digitale spanningsregelaar D550
Opmerking: De ingangen "+" en "-" zijn dezelfde voor alle reguleringsmodi.
De limieten van deze referentie moeten vastgesteld volgens de vereisten. In het
•
onderstaande screenshot zijn ze vastgesteld op 1 en 0,8 (en geeft reactief vermogen [blind
vermogen] vanuit de generator gezien)). De actieve limieten moeten van de alternator zijn die
de machine binnen het capaciteitsdiagram houden, maar ook die op deze pagina zijn
vastgesteld. Onder bepaalde omstandigheden kan er een referentielimiet van de
netwerkvermogensfactor zijn, zonder werkelijk aan het limiet van deze referentie te zijn, omdat
de vermogensfactorreferentie van de machine actief is.
Deze referentielimieten definiëren het lichtgroene gebied op het capaciteitsdiagram waarin de
referentie kan variëren.
5.2.8.7. Regulering van de veldstroom (handmatige modus)
R
P
Deze regulering is om direct de waarde van de veldstroom te bedienen. Het wordt vooral
•
gebruikt tijdens inbedrijfstelling of als een terugvalmodus als een meting op de AVR niet correct
was (bijvoorbeeld meting van alternatorspanning of alternatorstroom).
Het heeft voorrang op alle andere reguleringsmodi die mogelijk actief zijn.
•
Om de veldstroomregulering in te schakelen, selecteer het activeringstype in het uitklapmenu.
•
Dit kan:
worden gecontroleerd door een digitale ingang (DI1 tot DI8).
•
altijd ingeschakeld door "Altijd ingeschakeld" te selecteren.
•
Als "Geen" is geselecteerd is de veldstroomregulering nooit ingeschakeld, of wordt
•
ingeschakeld via een logische poort.
Het begin referentiepunt wordt bepaald door een vaste waarde in het tabblad "Intern
•
instelpunt", of door een analoge ingang, de bron, het type en het bereik, die moeten worden
gedefinieerd in het tabblad "Instelpunt van analoge ingang".
Installatie en onderhoud
82
5744 nl - 2024.01 / e