4 Protocolbeschrijving
4.3 Instrumentadres
H
4.4 Tijdelijke uitloop van de communicatie
Teken-
transfertijd
Voorbeeld
10
Het instrumentadres van slaves is tussen 1 en 255 (decimaal) instelbaar. In-
strumentadres 0 is gereserveerd.
Via de RS 485-interface kunnen maximaal 31 slaves worden ge-
bruikt.
In het transferprotocol wordt het adres in binaire formaat (hexadecimaal) ver-
meld.
Begin en eind van een datablok worden door transferpauzes gekenmerkt. De
tekentransfertijd (tijd voor de transfer van tekens) is afhankelijk van de
baudrate en het gebruikte dataformaat.
Bij een dataformaat van 8 databit, geen pariteitsbit en een stopbit heeft als re-
sultaat:
Tekentransfertijd [msec] = 1000 * 9 Bit / Baudrate
Bij de overige dataformaten ontstaat:
Tekentransfertijd [msec] = 1000 * 10 Bit / Baudrate
Baudrate [Baud]
38400
19200
9600
Dataformaat [Bit]
10
9
10
9
10
9
Tekentransfertijd
[msec]
0,260
0,234
0,521
0,469
1,042
0,938